Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2359/GB, 2 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2359/GB

Betreft: [klager] datum: 2 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 september 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimair verlof afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis/ISD Zoetermeer. Op 14 maart 2008 is hij overgeplaatst naar de locatie Westlinge (gevangenis) te Heerhugowaard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal
beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het lukt klager maar niet om in een b.b.i. met regimair verlof geplaatst te worden. Zijn privéleven raakt hierdoor erg in de war. Hij probeert zich binnen de inrichting zo goed mogelijk te gedragen en heeft geen rapporten. Daarom begrijpt hij niet
waarom er negatief is beslist. Bij een eventuele zitting zou klager zijn privésituatie willen uitleggen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Tijdens zijn huidige detentie heeft klager zich gedurende vrijheden intimiderend opgesteld tegenover prostituees. Toen hij daar door de politie op werd aangesproken, stelde hij zich verbaal agressief op. Hierop heeft het Openbaar Ministerie verzocht om
klager geen verloven meer te verlenen en is hij in juni 2008 geplaatst in een b.b.i. zonder regimair verlof. Ook laat zijn functioneren in de inrichting te wensen over. Hoewel hij hierop is aangesproken, verandert hij zijn gedrag niet. Er zijn meerdere
conflicten met medegedetineerden geweest die geleid hebben tot interne overplaatsingen. Er is geen vertrouwen meer in het verlenen van vrijheden aan klager. Het stellen van een bijzondere voorwaarde heeft geen nut daar klager zich binnen de inrichting
al onbegeleidbaar opstelt en slecht op correcties reageert.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Uit het selectieadvies van de locatie Westlinge volgt dat klager zich tijdens een verlof in juni 2008 intimiderend heeft uitgelaten tegenover prostituees en dat hij, toen hij door politieagenten op zijn gedrag werd aangesproken, zich verbaal
agressief naar de politieagenten heeft opgesteld. Het Openbaar Ministerie heeft geadviseerd om klager, die in het verleden meerdere keren is veroordeeld terzake van feiten waarbij de slachtoffers prostituees waren, geen verlof meer te verlenen. Voorts
blijkt uit het inrichtingsadvies dat er sprake is van verschillende conflicten met medegedetineerden, waardoor klager tweemaal intern is overgeplaatst.

4.4. De in 4.3. als eerste genoemde gedraging van klager is in een eerdere beslissing op een beroep van klager niet vastgesteld. Gelet op de overige genoemde gedragingen van klager is de beroepscommissie van oordeel dat de op de resterende onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 december 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven