Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2286/GB, 28 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2286/GB

Betreft: [klager] datum: 28 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep en de nadere toelichting op het beroep van klagers raadsman mr. M.A.C. van Vuuren, advocaat te Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Utrecht te Nieuwegein afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 april 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Torentijd te Middelburg.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is thans gedetineerd in Middelburg, welk h.v.b. op ongeveer 200 kilometer ligt van de woonplaats van klagers familie. Klagers moeder kan de reis naar Middelburg slechts moeizaam maken, zij heeft nog de zorg over twee vijfjarige kinderen en ook
kan zij de reiskosten niet opbrengen. Klagers vader kan hem, zulks in verband met hartklachten, ook niet bezoeken. De selectiefunctionaris heeft aan klager aangeboden om overgeplaatst te worden naar het h.v.b. in Vught of Rotterdam. Met betrekking tot
Vught geldt dat dit geen oplossing zou kunnen bieden omdat de reisafstand daarbij gelijk blijft. Met betrekking tot plaatsing in het h.v.b./ISD Rotterdam geldt dat daar een medeverdachte van klager verblijft en hij daar voor zijn eigen veiligheid, nu
klager ernstig door de medeverdachten is bedreigd, niet heen kan. Klager zou volgens de selectiefunctionaris regelmatig bezoek krijgen. Dat is op zich juist, maar hij krijgt geen bezoek van zijn ouders, slechts van zijn vriendin en zusje. Klager mist
het bezoek van zijn ouders. Mede gelet op de slechte gezondheidstoestand van zijn vader wil hij graag dichter bij zijn ouders geplaatst worden. Ook zijn vriendin kan de reistijd bijna niet meer opbrengen. Op bezoekdagen moet zij vierhonderd kilometer
reizen. Zij krijgt hierdoor problemen met haar werkgever. In de reactie op het beroep heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat klager na het vonnis van de rechtbank eventueel overgeplaatst kan worden. Het is juist dat de strafzaak tegen klager op
14
oktober 2008 door de rechtbank is behandeld, de behandeling van de strafzaak is toen aangehouden tot 8 januari 2009. Klager lijdt aan paniekaanvallen, huilbuien, depressiviteit, slapeloosheid en valt erg af. Klager lijdt daarom erg onder zijn detentie.
Een en ander kan door de medische dienst van het h.v.b. Torentijd worden bevestigd. Klager heeft aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in de medische dienst van het h.v.b. en heeft het idee dat hij niet serieus genomen wordt in zijn klachten.
Indien
klager zou worden overgeplaatst naar een ander h.v.b., zou hij geconfronteerd worden met een nieuw medisch team, waardoor de ontstane vicieuze cirkel kan worden doorbroken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Dordrecht. Klager heeft, blijkens het op 22 juli 2008 bij de selectiefunctionaris ingekomen verzoek, verzocht om overplaatsing naar het h.v.b./ISD in Nieuwegein. Dat verzoek is afgewezen en
de beslissing is op 2 september 2008 aan klager uitgereikt. Klager heeft aangegeven dat zijn vader hem in verband met medische redenen niet kan bezoeken. Uit de bezoekerslijsten blijkt dat klager met regelmaat bezoek ontvangt. De selectiefunctionaris
heeft, om aan klagers wens tegemoet te komen, voorgesteld klager over te plaatsen naar Vught of Rotterdam. Daarbij is rekening gehouden met de omstandigheid dat door die overplaatsing de goede rechtsgang, en dus de bereikbaarheid ten aanzien van de
plaats van vervolging, niet in het gedrang mag komen. Klager heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van die hem geboden mogelijkheden. Overigens zijn de overplaatsingsmogelijkheden beperkt omdat het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat
klager
niet geplaatst mag worden in een inrichting waar ook een of meer medeverdachten van het strafbare feit verblijven. Op het moment dat klager afgestraft is, kan er meer rekening gehouden worden met klagers voorkeur. Dan kan aan het Openbaar Ministerie
gevraagd worden of er nog steeds bezwaren zijn tegen een plaatsing bij de medeverdachten.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar een voor zijn ouders beter bereikbaar huis van bewaring. De vraag is of het, op zich gerechtvaardigde, persoonlijke belang van klager bij een goede bereikbaarheid voor zijn bezoek, in dit geval
zwaarder zou moeten wegen dan het algemeen belang van een goede bereikbaarheid ten aanzien van de plaats waar de (straf)vervolging plaatsvindt. De selectiefunctionaris heeft klager aangeboden hem over te plaatsen naar een ander h.v.b. waar hij
(mogelijk) beter bereikbaar is voor zijn bezoek. Klager is niet ingegaan op dat aanbod. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt.

Hetgeen door en namens klager is aangevoerd met betrekking tot zijn psychische en fysieke gesteldheid wordt, nu een en ander niet nader feitelijk is onderbouwd, onvoldoende aannemelijk geacht en kan niet tot een ander oordeel leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven