Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/40854/GA, 5 november 2024, beroep
Uitspraakdatum:05-11-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer

24/40854/GA

 

 

 

 

 

 

Betreft

klager

Datum

5 november 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 28 maart 2024 tot afwijzing van zijn verzoek om aanpassing van de maatregelen opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM).

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Almelo heeft op 21 mei 2024 het beklag ongegrond verklaard (KA-2024-132). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Almelo (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Op 21 maart 2024 heeft klagers raadsman verzocht om de beperking van de belduur op te heffen. De directeur heeft op 28 maart 2024 beslist dat het aantal minuten al is uitgebreid van twintig naar dertig minuten, dat klager in het Operationeel Overleg (OO) van mei 2024 wordt besproken en dat de volgende week opnieuw overleg zal plaatsvinden over het aanpassen/wijzigen van de opgelegde maatregelen. De directeur geeft aan dat het voornemen om klager van de GVM-lijst af te halen niet hoeft te betekenen dat het OO hier ook daadwerkelijk toe overgaat.

De beslissing van 13 februari 2024 tot oplegging de GVM-maatregelen is in beroep niet aan de orde. In die beslissing stond dat de maatregelen in principe voor zes maanden gelden, maar dat de directeur tussentijds maatregelen kan aanpassen en dat hij waar nodig en mogelijk tussentijds een voorstel tot wijziging van het profiel zal indienen. De beroepscommissie gaat ervan uit dat in februari 2024 noodzaak bestond voor het opleggen van de GVM-maatregelen.

De beroepscommissie begrijpt dat de directeur in ieder geval in maart 2024 voornemens was om klager van de GVM-lijst af te halen en dat hij dit ging bespreken in het OO. Het is naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk dat de directeur de maatregelen nog noodzakelijk achtte en wachtte met de beëindiging van de GVM-maatregelen tot het OO had geadviseerd of klager een GVM-status zou behouden. In de tussentijd heeft de directeur de maatregelen wel aangepast door het aantal belminuten te verhogen naar veertig en later naar vijftig minuten en maatwerk geleverd door aan klager bezoek zonder toezicht toe te staan.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 5 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. W.S. Korteling, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. F.H.J. van Gaal, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven