Nummer 24/42641/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 21 augustus 2024
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van
[verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van het Justitieel Complex Zaanstad (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege het weigeren mee te werken aan een urinecontrole, ingaande op 16 augustus 2024 om 13:00 uur en eindigend op 23 augustus 2024 om 13:00 uur.
Verzoekers raadsvrouw, mr. J-A.J. Brahm, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (ZZ-2024-471).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Namens verzoeker is aangevoerd dat de urinecontrole niet is aangezegd. Daarbij is verzoeker niet in de gelegenheid gesteld om gedurende een periode van vier uur alsnog urine af te staan.
Uit de stukken, waaronder het schriftelijke verslag van 16 augustus 2024, komt naar voren dat verzoeker de avond van tevoren op de hoogte is gesteld van het feit dat hij een urinecontrole moest ondergaan. Op 16 augustus 2024 omstreeks 10:45 uur heeft verzoeker een poging gedaan om urine af te staan voor de urinecontrole, maar dit is hem niet gelukt. Vervolgens heeft verzoeker omstreeks 11:30 uur een tweede poging gedaan om urine af te staan. De hoeveelheid urine was echter zo minimaal dat hiermee geen buisje kon worden gevuld. De tijd die verzoeker had om urine af te staan was verstreken en er is toen aan verzoeker een rapport aangezegd vanwege het weigeren mee te werken aan een urinecontrole binnen de gestelde tijd, aldus de directeur.
Ingevolge artikel 3, vierde lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) wordt de gedetineerde die niet direct tot afgifte van de urine in staat is, gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid gesteld onder direct visueel toezicht urine af te staan. De gedetineerde verblijft gedurende deze periode bij voorkeur in een ruimte waarin geen mogelijkheden aanwezig zijn de resultaten van de analyse te beïnvloeden. Indien de gedetineerde na het verstrijken van de in artikel 3, vierde lid, gestelde termijn van vier uur nog geen urine heeft afgestaan, wordt dit op grond van artikel 8, tweede lid, van de Regeling gelijkgesteld met een weigering medewerking te verlenen aan de urinecontrole.
De voorzitter stelt op basis van de stukken vast dat verzoeker na de eerste mislukte poging omstreeks 10:45 uur – in strijd met het bepaalde in artikel 3, vierde lid, van de Regeling – niet gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid is gesteld onder direct visueel toezicht urine af te staan. Er is om 11:30 uur aan verzoeker een rapport aangezegd terwijl de termijn van vier uur nog niet was afgelopen. Gelet op het voorgaande is de door de Regeling voorgeschreven procedure voor het uitvoeren van een urinecontrole niet gevolgd, zodat de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 21 augustus 2024 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.
secretaris voorzitter