Nummer 24/39086/GA
Betreft [klager]
Datum 16 augustus 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
de directeur van de locatie Esserheem te Veenhuizen (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege het bezit van hasj, ingaande op 19 oktober 2023.
De beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen heeft op 9 februari 2024 het beklag gedeeltelijk gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €50,- (Eh 2023-379). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld, voor zover het beklag gegrond is verklaard.
De beroepscommissie heeft dhr. [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Esserheem, klager en zijn raadsvrouw, mr. M. Uslu, gehoord op de zitting van 2 augustus 2024 in de Penitentiaire Inrichting Lelystad.
2. De beoordeling
De beklag- en beroepscommissie dienen de hoogte van een opgelegde disciplinaire straf slechts marginaal te toetsen (zie nader bijvoorbeeld RSJ 27 maart 2024, 22/27763/GA).
De beklagcommissie heeft geoordeeld dat de opgelegde straf van tien dagen is gebaseerd op het bezit van een handelshoeveelheid (meer dan 5 gram). Als wordt uitgegaan van het bezit van 2 gram, zou volgens de beklagcommissie een disciplinaire straf van maximaal vijf dagen gerechtvaardigd zijn geweest.
Hoewel de discussie vooral is gegaan over de vraag of de (later) op de afdeling aangetroffen 4,09 gram hasj aan klager toebehoort, omdat dan gesproken kan worden van een handelshoeveelheid, kan dat in dit geval in het midden blijven. Bij klager is in elk geval een flinke hoeveelheid van 1,94 gram hasj aangetroffen (genoeg voor een aanzienlijke hoeveelheid joints). Alleen al daarom kan de opgelegde disciplinaire straf, marginaal toetsend, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen voor zover in beroep aan de orde en het beklag alsnog (geheel) ongegrond verklaren.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde, en verklaart het beklag alsnog (geheel) ongegrond.
Deze uitspraak is op 16 augustus 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. F. Sieders, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter