Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2880/GB, 18 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2880/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) De Marstal in Zeeland, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen. Op 6 augustus 2007 is hij geplaatst in de gevangenis Alphen aan den Rijn. Vanuit deze gevangenis is hij op 22 september 2008 overgeplaatst naar
de b.b.i. van de locatie Amerswiel te Heerhugowaard. Op 29 oktober 2008 is hij geselecteerd voor overplaatsing naar de z.b.b.i. De Marstal te Zeeland. Deze overplaatsing was ten tijde van het indienen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet verenigen met zijn selectie voor de z.b.b.i. De Marstal. Door die overplaatsing zal hij immers zijn baan kwijtraken. Hij heeft tijdens zijn verblijf in de b.b.i. van de locatie Amerswiel hard gewerkt om aan de slag te komen. Vanuit
Zeeland zal het praktisch gezien onmogelijk zijn om per openbaar vervoer naar zijn werk in Amsterdam te gaan. Hij zou hiervoor drie uren heen en drie uren terug moeten reizen. Klager heeft voor deze baan gekozen omdat hij die na detentie kan behouden
en
hij dus verder kan met zijn leven en zijn gezin. De selectiefunctionaris stelt dat de capaciteitsbenutting de reden is voor zijn overplaatsing naar De Marstal en dat de directeur aldaar moet bepalen waar klager tewerk zal worden gesteld. Klager heeft
echter zijn huidige baan in overleg met de TR-medewerker gezocht. Ook de reclasseringswerker was erg enthousiast; hierdoor was er voor klager een toekomst na zijn detentie. Een en ander zal, als deze overplaatsing doorgaat, klagers toekomstplannen
doorkruisen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de ongegrondverklaring van het bezwaar als volgt toegelicht.
Klager komt qua criteria in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. Klagers voorkeur gold plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Amerswiel. Ten tijde van het nemen van de selectiebeslissing waren er wachtlijsten voor plaatsing in de z.b.b.i.-en in
Heerhugowaard, Hoorn en Scheveningen. Omdat de selectiefunctionaris verantwoordelijk is voor de optimale benutting van de celcapaciteit, is gekozen voor plaatsing in Zeeland. In het selectievoorstel was geen reden genoemd waaruit de voorkeur van klager
naar voren kwam. De directeur van de verblijfsinrichting bepaalt waar een gedetineerde tewerk wordt gesteld. Middels zijn regimaire verlof kan klager de familiaire contacten blijven onderhouden.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een
vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een strafrestant hebben
van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Klager komt in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. De beroepscommissie verstaat dat het beroep niet zozeer is gericht tegen de beslissing om klager over te plaatsen naar een z.b.b.i. als wel tegen de beslissing om hem over te plaatsen
naar
De Marstal in Zeeland. Reden voor klagers bezwaar is dat hij inmiddels een werkgever heeft gevonden bij wie hij aan het werk kan tijdens het verblijf in de z.b.b.i. alsook tijdens het penitentiair programma. De werkplek, waar klager inmiddels – naar de
beroepscommissie begrijpt – al werkzaam is, is gelegen in Amsterdam. Klager heeft – naar aanleiding van een afgewezen schorsingsverzoek – aangegeven om op de wachtlijst voor plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Amerswiel te willen worden geplaatst
en bereid te zijn gedurende de wachttijd in de b.b.i. van de locatie Amerswiel te blijven. De beroepscommissie acht aannemelijk dat klager een aanmerkelijk belang heeft bij continuering van zijn werkzaamheden bij de huidige werkgever. Dit belang wordt
ook erkend in het door de directeur van de locatie Amerswiel opgestelde advies. Het vorenstaande maakt, dat moet worden geoordeeld dat de door de selectiefunctionaris gemaakte afweging tussen klagers persoonlijke belangen bij plaatsing in de regio van
zijn werkgever en het algemene belang van een goede benutting van de voorhanden celcapaciteit, in dit geval onvoldoende recht doet aan de belangen van klager. Dat geldt temeer nu klager heeft aangegeven op zich geen bezwaar te hebben tegen een
plaatsing
op de wachtlijst voor een inrichting van zijn voorkeur. Dit maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden
aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven