Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32353/GA, 23 juli 2024, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32353/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    23 juli 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de schending van zijn privacy doordat er zonder overleg foto’s van hem zijn gemaakt.

De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft op 24 februari 2023 het beklag ongegrond verklaard (Nh-2023-1). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. R.I. Kool, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie Norgerhaven (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het handelen van de medewerkers – onder verantwoordelijkheid van de directeur – is in strijd met de beginselen van de goede bejegening van gedetineerden. De foto’s hadden in beginsel niet gemaakt mogen worden, zonder dat klager hierover zelf vooraf de regie of controle zou hebben. Klager had geïnformeerd moeten worden over het feit dat er foto’s gemaakt zouden worden en met welk doel de foto’s gemaakt zouden worden. Dat klager achteraf is aangeboden om de foto’s te laten verwijderen is te prijzen, maar op dat moment had de situatie al voor stress en ongemak gezorgd bij klager. 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur
De directeur sluit zich aan bij het oordeel van de beklagcommissie dat hoewel de directeur beter kenbaar had moeten maken dat er foto’s gemaakt zouden worden, de privacy van klager niet is geschonden. De directeur vult aan dat de klacht gericht was op de schending van privacy en dit in beroep gewijzigd is in dat het handelen van het personeel in strijd is met de beginselen van een goede bejegening van gedetineerden. De foto’s zijn gemaakt voor interne berichtgeving. De gedetineerden worden hierbij altijd onherkenbaar in beeld gebracht. Aan de wens van klager is direct gehoor gegeven door de foto’s te verwijderen. 

 

3. De beoordeling
Het zonder overleg maken van foto’s van gedetineerden kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Klager en de directeur zijn het erover eens dat de foto’s direct zijn verwijderd en dus niet zijn gebruikt voor (interne) berichtgeving. Van een privacyschending kan daarom sowieso geen sprake zijn. De stress en het ongemak – tijdens het maken van de foto’s – zijn niet genoeg om voldoende belang bij het beklag aan te nemen.

Gelet hierop heeft klager onvoldoende belang bij een beoordeling van zijn beklag en dient hij niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 


Deze uitspraak is op 23 juli 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. van Holten, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. L. Veerkamp, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven