Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39660/GB, 29 juli 2024, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/39660/GB
    
            
Betreft    [klager]
Datum    29 juli 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering van de (toenmalig) Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) om een beslissing te nemen op zijn verzoeken om plaatsing uit de BPG-afdeling.

 

2. De beoordeling
Klager stelt in beroep dat hij al zes maanden ten onrechte in de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (de BPG-afdeling) verblijft. Hij zou meerdere overplaatsingsverzoeken hebben toegezonden aan verweerder, maar deze verzoeken zouden niet in behandeling worden genomen. 

Uit de stukken maakt de beroepscommissie het volgende op. Op 24 augustus 2023 heeft verweerder beslist klager te plaatsen in de BPG-afdeling van de PI Vught. Op 25 augustus 2023 heeft klager daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft vervolgens op            16 november 2023 beslist op het bezwaar.

Op 11 december 2023 heeft verweerder beslist om klager over te plaatsen naar de BPG-afdeling van de PI Alphen te Alphen aan den Rijn. Uit deze beslissing maakt de beroepscommissie ook op dat klager zelf een verzoek bij de inrichting had ingediend om geplaatst te worden op een reguliere afdeling. Klager zou niet op de BPG-afdeling thuishoren. Dit verzoek van klager bevindt zich bij de stukken, en dateert van 26 oktober 2023. Verweerder heeft dit verzoek – zo begrijpt de beroepscommissie – betrokken bij de beslissing van 11 december 2023, waarbij het verzoek (impliciet) is afgewezen. Op 15 december 2023 heeft klager bezwaar ingesteld tegen deze beslissing. Verweerder heeft vervolgens op 17 januari 2024 beslist op het bezwaar.

De beroepscommissie maakt uit de stukken niet op dat er sprake is van verzoeken of bezwaarschriften, waarop verweerder niet zou hebben beslist. Klager heeft in beroep ook niet geconcretiseerd op welke verzoeken en/of bezwaarschriften verweerder niet zou hebben beslist. Hij heeft dan ook geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, dat is gericht tegen de (fictieve) weigering om op zijn verzoeken en/of bezwaarschriften te beslissen. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep. 

 

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.


Deze uitspraak is op 29 juli 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven