Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1933/GB, 27 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1933/GB

Betreft: [klager] datum: 27 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Hoekzema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 27 oktober 2008 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in paviljoen A of C van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in paviljoen B, D, E of F van de locatie Westlinge te Heerhugowaard (een inrichting met regimesgebonden verlof). Op 20 juni 2008 is hij overgeplaatst naar paviljoen A of C van de locatie Westlinge
(een inrichting zonder regimair verlof), waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager zit in de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Dat is een beperkt beveiligde inrichting (hierna: b.b.i.) zonder regimair verlof, zoals bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
Voorheen kreeg hij wel regimair verlof. Hij is zes keer met regimair verlof geweest en er zijn toen geen problemen geweest. De laatste keer was in juni 2008. Klager was in het raamprostitutiegebied in Den Haag. Hij heeft tegen een agente gezegd dat hij
was vrijgesproken en dat de agente misschien nog een kans krijgt klager weer ‘te pakken’. Klager heeft de agenten niet bedreigd. Het was vooral stoere praat en onzin, maar geen bedreiging. Klager was niet met zijn broer in Den Haag, maar met een
vriend.
Dat kan men zien op de camerabeelden. Klager is ook niet aangehouden tijdens het laatste verlof. Klager vindt dat hij dom gehandeld heeft. Hij heeft er ook spijt van. Hij heeft de betreffende agente, [...], opgebeld en zijn excuses aangeboden. Na het
incident is klager niet meer met regimair verlof geweest. Klager heeft een verzoek tot algemeen verlof ingediend. Zijn v.i.-datum is 3 maart 2009.
Klager is in het prostitutiegebied in Den Haag geweest. Hij komt daar vaak omdat hij daar sociale contacten heeft. Voor het verlof zijn geen bijzondere voorwaarden gesteld inhoudende dat klager zich niet mocht begeven in het prostitutiegebied in Den
Haag. Klager betwist primair de inhoud van het mutatiebericht. Het is onjuist dat hij zich intimiderend naar prostituees heeft uitgelaten. Bovendien was klager in gezelschap van een vriend. Hij kent de politieagente. Subsidiair is klager van mening dat
de terugplaatsing naar een gesloten inrichting een te zwaar middel is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij beschikking van 12 maart 2008 is aan klager de voorwaarde gesteld dat hij geen contact opneemt met het slachtoffer, op straffe van een terugplaatsing. Op 14 maart 2008 is klager in de b.b.i. van de locatie Westlinge te Heerhugowaard geplaatst.
Tijdens een regimair verlof op 1 juni 2008 heeft de politie een melding gemaakt. Op grond van die melding heeft de Advocaat-Generaal om stopzetting van detentiefasering verzocht omdat er duidelijk sprake was van gevaar van het plegen van nieuwe
strafbare feiten. Uit de justitiële documentatie blijkt dat klager reeds eerder veroordeeld is wegens ‘een ander door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld, dwingen hem uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor
een derde te bevoordelen en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’. Het plegen van de nieuwe strafbare feiten (onder meer wederrechtelijke vrijheidsberoving en mensenhandel), waarvoor klager momenteel gedetineerd zit, is volgens de
Advocaat-Generaal nog net tijdens de vorige detentie of net daarna gestart.
Aangezien klager wederom het raamprostitutiegebied bezocht heeft en hij zich daar intimiderend heeft uitgelaten tegen vrouwen die daar werken, hij verschillende malen veroordeeld is wegens feiten waarbij prostituees slachtoffer waren en klager binnen
zeer korte tijd gerecidiveerd is, is de Advocaat-Generaal van oordeel dat de detentiefasering dient te worden stopgezet.
Uit de melding van de politie blijkt dat klager zonder reden op agressieve toon de politie heeft aangesproken. Gezien de snelle recidive, de kans op recidive gezien klagers oponthoud in het prostitutiegebied en klagers agressieve houding ten opzichte
van de politie, wordt klager niet geschikt geacht voor verlofmogelijkheden.

4. De beoordeling
4.1. Paviljoen A of C van de locatie Westlinge te Heerhugowaard is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van de beschikbare stukken kan niet worden vastgesteld dat klager zich daadwerkelijk intimiderend heeft uitgelaten jegens vrouwen die werkten in het raamprostitutiegebied in Den Haag. Het mutatieformulier van de Politie Haaglanden
vermeldt slechts het op agressieve toon aanspreken van politiefunctionarissen in het prostitutiegebied. De beslissing van de selectiefunctionaris is gebaseerd op een cumulatie van feiten en omstandigheden. De beslissing van de selectiefunctionaris,
voor
zover deze is gegrond op de agressieve bejegening van politiefunctionarissen, kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 27 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven