Nummer 24/39084/GA
Betreft […]
Datum 18 september 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur)
1. De procedure
[…] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het feit dat hij niet heeft kunnen/mogen bellen op 25, 26 en 31 december 2023.
De beklagcommissie bij de PI Alphen heeft op 12 februari 2024 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €22,50 (AR 2024/5). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. M. Aynan in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Aan klager zijn toezichtsmaatregelen opgelegd in verband met zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM). In dat kader is het hem toegestaan om maximaal 105 minuten per week, vijftien minuten per dag te bellen. Iedere gedetineerde (met of zonder belmaatregel) heeft recht op het wekelijks voeren van telefoongesprekken voor de duur van ten minste tien minuten. Dit recht is in klagers geval niet geschonden. Uit de belhistorie blijkt dat hij in de weken van 25 december 2023 en 1 januari 2024 ruimschoots boven het wettelijke minimum heeft gebruikgemaakt van de telefoon. De directeur heeft zijn zorgplicht dus niet geschonden.
Standpunt van klager
Klager heeft zijn standpunt in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Ontvankelijkheid
Vooropgesteld wordt dat het beklag niet gaat over schending van het recht om ten minste eenmaal per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren (artikel 39, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw)). Daarnaast heeft de directeur niet uitdrukkelijk beslist om klager niet te laten bellen op 25, 26 en 31 december 2023.
De beroepscommissie beschouwt het beklag dan ook als gericht tegen de omstandigheid dat klager op deze dagen ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om te bellen.
Een dergelijke omstandigheid kan alleen gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Van een dergelijk belang is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate” tekortschiet in zijn verzorgende taken (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).
Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem. Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.
In de door klager gestelde omstandigheden, zou het niet kunnen bellen op 25, 26 en 31 december 2023 een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur kunnen zijn. Daarom heeft klager voldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag.
Inhoudelijk
Het is klager in verband met de aan hem opgelegde GVM-maatregelen toegestaan om vijftien minuten per dag te bellen. Uit hetgeen door de directeur in de beklagprocedure naar voren is gebracht volgt dat het Telio-systeem de feestdagen van 25 en 26 december (eerste en tweede kerstdag) en 31 december (oudejaarsdag) aanmerkt als zondagen. Volgens de directeur kan klager op zondagen – en daarmee dus ook op eerste kerstdag, tweede kerstdag en oudejaarsdag – op andere tijdstippen bellen dan dat hij had doorgeven en hij had willen bellen. Klager heeft dit standpunt niet weersproken.
De beroepscommissie maakt hieruit op dat klager op de betreffende feestdagen gelegenheid had om vijftien minuten te bellen, maar dat hij hiervan geen gebruik heeft gemaakt. De eventuele omstandigheid dat het klager niet bekend was op welke tijdstippen hij op feestdagen kan telefoneren, kan niet tot de conclusie leiden dat de directeur structureel en in belangrijke mate is tekortgeschoten in zijn verzorgende taken.
De beroepscommissie zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Deze uitspraak is op 18 september 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. dr. R.S.T. Gaarthuis, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
secretaris voorzitter