Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2281/GB, 24 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2281/GB

Betreft: [klager] datum: 24 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 november 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte (onder meer) in de h.v.b.’s Almere Binnen, Zwaag en Lelystad. Op 16 juli 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b./ISD Amsterdam.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft, anders dan door de selectiefunctionaris wordt aangevoerd, tegenover de medewerkers van het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) van het h.v.b. Lelystad duidelijk aangegeven niet overgeplaatst te willen worden naar het
h.v.b./ISD Amsterdam. Hij zou volgens de medewerkers van het b.s.d. zo snel mogelijk een éénpersoonscel krijgen. De medewerkers van het b.s.d. in Lelystad gaven klager te kennen dat zij het verhaal van het h.v.b. Zwaag met betrekking tot de
niet-terugplaatsing erg zwak vonden. Klager heeft overigens ook geen verzoek ingediend voor overplaatsing naar Amsterdam. De afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris op een overplaatsingsverzoek van klager is daarom gebaseerd op een leugen.
Klager zou of teruggestuurd worden naar Zwaag of zou in Lelystad in een éénpersoonscel mogen blijven. Klager kan zich ook niet vinden in het selectieadvies, waarin allemaal onwaarheden staan. Klager heeft nooit een confrontatie met een medegedetineerde
gehad. Klager heeft overigens in beklag ook gelijk gekregen van de beklagcommissie. Klager wordt steeds positief bevonden bij urinecontroles. Daarvoor wordt hij niet gesanctioneerd omdat die uitslag komt door de door hem gebruikte medicijnen. Klager
wil
zich laten bijstaan door een raadsman en verzoekt daartoe uitstel van de behandeling van het beroep

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 14 juli 2008 is klager geselecteerd voor overplaatsing naar het h.v.b./ISD Amsterdam. Hij verbleef toen in het h.v.b. Lelystad omdat in het h.v.b. Zwaag, waar klager eerder verbleef, een aantal cellen buiten gebruik was gesteld in verband met de
brandveiligheid. In beginsel zouden de daardoor overgeplaatste gedetineerden terugkeren naar het h.v.b. Zwaag. Klager verbleef toen al langere tijd in het h.v.b. Zwaag en de verhoudingen met het personeel waren verstoord. Om die reden is besloten tot
overplaatsing naar het h.v.b./ISD Amsterdam. In bezwaar is klager enkel ingegaan op veronderstelde misstanden in Amsterdam en op het feit dat hij in Amsterdam tegen zijn zin in een meerpersoonscel wordt geplaatst. Daarnaast geeft hij aan een klacht in
te willen dienen tegen de verduistering van ontlastend bewijs in zijn strafzaak.

4. De beoordeling
4.1. Klager is in de gelegenheid geweest een raadsman te kiezen. Voor klager heeft zich geen raadsman gesteld. De beroepscommissie acht zich thans voldoende voorgelicht en ziet geen aanleiding om de behandeling van het beroep aan te houden.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Klager verbleef in het h.v.b. Zwaag en is – in verband met aanpassing van de brandveiligheid van de verblijfsruimten – tijdelijk overgeplaatst naar het h.v.b. Lelystad. De directeur van het h.v.b. Zwaag heeft in het selectieadvies aangegeven
dat
klager – gelet op de verstoorde verhouding tussen hem en de inrichtingswerkers – in aanmerking komt voor overplaatsing naar een ander h.v.b. en dat klagers voorkeur uitgaat naar plaatsing in het h.v.b./ISD Amsterdam. De selectiefunctionaris heeft
klager
vervolgens overgeplaatst naar het h.v.b./ISD Amsterdam. De beroepscommissie heeft geen aanleiding om te twijfelen aan hetgeen door de directeur van het h.v.b. Zwaag omtrent klagers plaatsingsvoorkeur is vermeld. Mede gelet daarop moet worden geoordeeld
dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven