Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2124/GB, 21 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:21-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2124/GB

Betreft: [klager] datum: 21 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld te Vught, niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 april 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de PI Tilburg. Op 23 juli 2008 is hij geplaatst in de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is vanuit de PI Tilburg overgeplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld omdat hem daar zowel kwalitatief als kwantitatief betere zorg zou kunnen worden geboden. Klager is er in Vught achtergekomen dat dit absoluut niet het geval is. Klager
verblijft weliswaar op een kleine afdeling maar het zwaartepunt op die afdeling is gelegen op onderwijs. Er wordt op deze afdeling niet of nauwelijks medische en/of psychische zorg geboden en aan klagers hulpvragen kan daarom maar moeilijk worden
voldaan. Afgesproken was dat klager op een bijzondere zorgafdeling zou worden geplaatst. Dat is echter niet gebeurd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Omdat klager in de inrichting waar hij verbleef (de PI Tilburg) onvoldoende medische zorg kon worden geboden, heeft de directeur van die inrichting het voorstel gedaan om klager over te plaatsen naar de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld, waar wel de
benodigde zorg zou kunnen worden geboden. Daarnaast werd geadviseerd klager te plaatsen op een bijzondere zorgafdeling. Dat laatste kan de selectiefunctionaris niet omdat dergelijke afdelingen feitelijk zijn ontstaan door interne differentiatie en niet
formeel als zodanig zijn aangewezen. De selectiefunctionaris heeft daarop besloten klager over te plaatsen naar de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld. Het bezwaarschrift tegen die beslissing is, omdat geen gronden waren aangevoerd, niet-ontvankelijk
verklaard. In beroep heeft klager aangegeven dat hij in Vught niet de benodigde medische zorg zou krijgen en dat hij ook niet op een bijzondere zorgafdeling zou zijn geplaatst. De selectiefunctionaris is van mening dat die argumenten, mede bezien in
het
licht van klagers houding ten opzicht van een plaatsing in Vught, gezocht zijn.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld te Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De bestreden beslissing is op goede gronden en met juistheid genomen. Hetgeen in beroep door klager is aangevoerd met betrekking tot het ontbreken van voldoende medische en/of psychische zorg in de gevangenis Nieuw Vosseveld wordt, mede gelet
op
het ontbreken van een feitelijke onderbouwing daarvan, onvoldoende aannemelijk geacht. De selectiefunctionaris mocht bij het nemen van zijn beslissing vertrouwen op de inlichtingen van de directeur van de PI Tilburg, voor zover deze heeft aangegeven
dat
in de gevangenis Nieuw Vosseveld meer zorg kan worden geboden dan in de PI Tilburg. De beslissing tot plaatsing kan echter niet garanderen dat de beoogde zorg ook wordt geboden nu de beslissingsbevoegdheid daarover ligt bij de directie van de
inrichting
waar klager wordt geplaatst. Het ligt echter voor de hand dat een plaatsingsbeslissing waarbij een zorgaspect als hier aan de orde een rol speelt, slechts wordt gerealiseerd als waarschijnlijk geacht mag worden dat de beoogde zorg ook daadwerkelijk zal
worden geboden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven