Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2143/GB, 19 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:19-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2143/GB

Betreft: [klager] datum: 19 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.I. Vervest, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Tilburg ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 april 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Zoetermeer. Op 13 augustus 2008 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Tilburg, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normale beveiliging als bedoeld in artikel
20, tweede lid van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager ondergaat het zelfde regime als in de gevangenis Zoetermeer; de omstandigheden zijn echter aanzienlijk slechter door de meerpersoonscellen, het verder verwijderd zijn van zijn familie en de wetenschap dat medegedetineerden de regimaire vrijheden
wel genieten. Klager acht het onjuist dat hem niet bekende negatieve adviezen een hem wel bekend positief rapport van de reclassering opzij zetten. In de gevangenis Zoetermeer heeft klager zich altijd voorbeeldig gedragen.
Overigens voldoet hij aan alle eisen voor overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.).
Maatschappelijke onrust is onwaarschijnlijk, nu medeverdachten al in vrijheid zijn of verloven genieten. Het verlofadres betreft het adres van zijn moeder in Huizen en niet in Delft. De politie adviseert negatief gelet op de antecedenten en het
vermoeden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De reclassering schat de kans op recidive echter zeer laag in.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor een b.b.i. zonder regimaire verloven op basis van de negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie, de politie en de inrichting. Dit vanwege de vele antecedenten, waarbij het niet uit te sluiten valt dat klager zich weer
aan
strafbare feiten schuldig zal maken en vanwege de maatschappelijke onrust. Het CBTR Rijnmond adviseerde positief ten aanzien van een b.b.i.-plaatsing. In de genomen beslissing zijn de verscheidene adviezen meegenomen en gewogen. Het advies van de CBTR
is daarbij wel degelijk meegewogen. De beslissing is een tussenweg. Klager komt te zijner tijd in aanmerking voor verdere fasering, terwijl hem in de huidige inrichting de mogelijkheid geboden wordt een vervolg te geven aan zijn TR-traject.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij wordt opgemerkt dat uit de stukken
blijkt dat de selectiefunctionaris alle hem bekende gegevens heeft meegewogen en daarbij vooralsnog tot de beslissing is gekomen klager, die naar uit de stukken blijkt op de hoogte was van het advies dat door de inrichting is uitgebracht, nog niet voor
regimaire vrijheden in aanmerking te laten komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven