Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/40057/TA, 21 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/40057/TA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    21 juni 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing tot het opschorten van zijn transmuraal verlof op 2 november 2023.

De beklagcommissie bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: de instelling) heeft op 9 april 2024 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (Me 2023-00262). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager stelt zich op het standpunt dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat hij alsnog moet worden ontvangen in zijn beklag. Klager verkeerde in de veronderstelling dat de maatregel een zogenoemde ‘pas op de plaats’ zou zijn en dat de kliniek hem kort zou binnenhouden. Daarnaast waren klagers overtredingen zeer beperkt en hadden die betrekking op het gedoogbeleid waarvan hij al had aangegeven dat hij zich daar moeilijk aan kan houden. Klager is op 2 november 2023 naar binnen geplaatst en hem is toen gemeld dat er een interne zorgconferentie zou worden gehouden. Klager heeft omwille van de samenwerking met de kliniek niet direct een klacht ingediend, maar de uitslag van de zorgconferentie afgewacht. Toen klager werd meegedeeld dat besloten is om zijn transmuraal verlof voor de duur van drie maanden op te schorten, heeft klager direct contact opgenomen met zijn raadsvrouw en alsnog beklag ingesteld. Klager had deze uitslag niet voorzien.

Standpunt van het hoofd van de instelling
Het hoofd van de instelling heeft in beroep geen standpunt ingenomen.

 

3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, vijfde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) moet het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen worden ingediend. Als  dag waarop het klaagschrift is ingediend, geldt die van de ontvangst door de secretaris dan wel de dagtekening, bedoeld in het tweede lid van voormeld artikel. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is alsnog ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de verpleegde in verzuim is geweest. 
De beroepscommissie stelt vast dat klagers transmuraal verlof bij beslissing van 2 november 2023 op grond van artikel 50, derde lid, van de Bvt is opgeschort en dat klager daarvan diezelfde dag kennis heeft gekregen. De beklagtermijn is dus op 3 november 2023 aangevangen en liep tot en met 9 november 2023. Het klaagschrift is op 22 november 2023 door klagers raadsvrouw per e-mail verzonden en door de secretaris van de commissie van toezicht ontvangen. Daarmee is het beklag buiten de wettelijke beklagtermijn van zeven dagen ingesteld. 

Naar het oordeel van de beroepscommissie zijn er geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Klagers verlofvoorwaarden zijn in overleg met hem opgesteld en door hem ondertekend. Hij was dus op de hoogte van de verlofvoorwaarden en wat de risico’s zijn van het niet nakomen daarvan. Daarnaast is klager op 2 november 2023 gehoord over het opschorten van het transmuraal verlof. Hierop reageerde hij volgens het hoofd van de instelling nonchalant en gaf hij aan de time-out onzin te vinden. De omstandigheid dat klager er in de gegeven omstandigheden zelf voor heeft gekozen pas na de zorgconferentie op 22 november 2023 – en niet direct na kennisneming van de maatregel op 2 november 2023 – beklag in te stellen omdat hij naar eigen zeggen een verkeerde voorstelling van zaken had, maakt dan ook niet dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat klager in verzuim is geweest. 

Dat het beklag ook is gericht tegen het voortduren van de opschorting van het transmuraal verlof, kan niet tot een ander oordeel leiden. Op grond van artikel 56, tweede lid, aanhef en onder a, van de Bvt staat beklag open tegen de beslissing tot intrekking van transmuraal verlof. Er bestaat geen afzonderlijke beklagmogelijkheid tegen het voortduren van de intrekking. Alleen als tijdig beklag was ingediend tegen de beslissing van 2 november 2023 had klager in de klacht tegen het voortduren van de opschorting van het transmuraal verlof kunnen worden ontvangen. 

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie klager terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Dit betekent dat de beroepscommissie niet meer toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van het beklag.


4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 21 juni 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit  mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en drs. U.A. Breedijk, leden, bijgestaan door mr. J.M.M. van den Hoek, secretaris.

 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven