Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36245/GA, 14 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:14-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/36245/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    14 juni 2024


Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. A. Knol, heeft namens klager beroep ingesteld tegen een uitspraak van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet van 22 augustus 2023 (Ho-2023-267). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

2. De ontvankelijkheid
Op grond van artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak worden ingediend.

De uitspraak van de beklagcommissie is op 6 september 2023 aan klager (zoals hierna ook zal blijken), zijn raadsvrouw en de directeur toegezonden. Het beroepschrift dateert van 18 september 2023 en is op het secretariaat van de RSJ op diezelfde dag ontvangen. Het beroep is dan ook niet tijdig ingesteld. De vraag die voorligt is of deze termijnoverschrijding verschoonbaar is. 

Klager stelt zich op het standpunt dat dit het geval is. Namens hem is daartoe aangevoerd dat de uitspraak van de beklagcommissie enkel per post en enkel naar het kantooradres van klagers raadsvrouw en niet (ook) per e-mail en/of (per post) naar klager is verstuurd. Klagers raadsvrouw is twee weken afwezig geweest en heeft daarom pas op 18 september 2023 van de uitspraak kennisgenomen. In andere beklagzaken zijn uitspraken van beklagcommissies (ook) per e-mail verstuurd; beklagcommissie hanteren hieromtrent kennelijk verschillende werkwijzen. 

De beroepsrechter volgt klager hierin niet. Klager heeft weliswaar te kennen gegeven zich niet te kunnen herinneren dat hij de uitspraak van de beklagcommissie in de inrichting heeft ontvangen, maar de beklagcommissie heeft desgevraagd te kennen gegeven dat – zoals ook onderaan de uitspraak van de beklagcommissie is vermeld – een afschrift van die uitspraak op 6 september 2023 per post aan klager, zijn raadsvrouw en de directeur is verzonden. De beroepsrechter heeft ook kennisgenomen van de begeleidende verzendbrieven waarmee dit afschrift van de uitspraak aan klager, zijn raadsvrouw en de directeur is aangeboden. Deze zijn bij de beklagcommissie niet retour gekomen. 

Gelet daarop acht de beroepsrechter niet aannemelijk dat (het afschrift van) de uitspraak van de beklagcommissie niet (per post) aan klager is verzonden en hem niet heeft bereikt, zodat geen sprake is van een verschoonbare termijn¬overschrijding. De beroepsrechter zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

 

3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 


Deze uitspraak is op 14 juni 2024 gedaan door mr. M. Iedema, beroepsrechter, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven