Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1551/GM, 7 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1551/GM

betreft: [klager] datum: 7 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden, locatie Noord te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 19 juni 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 september 2008, gehouden in de p.i Amsterdam is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Haaglanden heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 14 maart. 2008, betreft het niet volledig arbeidsongeschikt verklaren van klager.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd.
Uit de stukken zou blijken dat klager arbeidsongeschikt is verklaard. Hiervan merkt hij niets, omdat hij wel geacht wordt te werken. Hij is nog steeds niet door de arts onderzocht. Klager vraagt zich af hoe de arts op afstand iets over zijn
arbeidsongeschiktheid zou kunnen zeggen. De arts weigert hem te onderzoeken.
Ter zitting heeft klager hier nog aan toegevoegd dat er geen intake is geweest, maar dat klager wel heeft aangegeven bereid te zijn te werken met het oog op het verstrekken van wachtgeld. Klager heeft vanaf aanvang detentie niet gewerkt, het hoofd van
de afdeling komt af en toe bij klager langs om aan te geven dat klager geacht wordt te werken. Klager heeft geen problemen met de hem aangeboden werkzaamheden, alleen kan hij, vanwege zijn rugklachten, niet vier uur achtereen zitten en heeft hij verder
moeite met traplopen. Dit laatste is nodig om de betreffende arbeidszaal te bereiken.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is na binnenkomst meerdere malen gezien door de inrichtingsarts. Op 12 maart. 2008 wordt klager na overleg met de huisarts arbeidsongeschikt verklaard voor zware- en machinearbeid. De arbeid van de vleugel waar klager zit valt onder de categorie
lichte arbeid. Hiertoe wordt hij wel in staat geacht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat de inrichtingsarts onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de (mate van) arbeidsongeschiktheid van klager. Uit de overgelegde his-rapportage blijkt wel dat klagers rugklachten zijn aangekaart, maar niet dat er
enig
onderzoek door de inrichtingsarts is gedaan. Medische stukken omtrent de rugklachten ontbreken in het dossier. Pas op 12 maart. 2008 wordt klager arbeidsongeschikt verklaard en dan alleen voor zware- en machine arbeid.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm moet worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard.
Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond.

Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Haaglanden toekomende tegemoetkoming op € 50,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven