Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2814/SGA, 7 november 2008, schorsing
Uitspraakdatum:07-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2814/SGA

Betreft: [klager] datum: 7 november 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift tevens klaagschrift, ingediend door mr. J.K.
Gaasbeek, namens

[...], verder verzoekster te noemen, verblijvende op een woonadres te Heemskerk in het kader van deelname aan een penitentiair programma met toepassing van elektronisch toezicht.

Verzoekster vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de PIA Haarlem d.d. 27 oktober 2008, inhoudende een officiële laatste waarschuwing met als
bijkomende maatregel dat verzoekster gedurende de gehele periode aangesloten zal blijven aan het elektronisch toezicht op het bij de PIA bekende verblijfsadres te Heemskerk.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 5 november 2008.

1. De standpunten van verzoekster en van de directeur
Namens verzoekster is - kort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Door de maatregel zal klaagster haar betaalde baan verliezen omdat zij in Heemskerk weer zal worden aangesloten aan het elektronisch toezicht en zij zich zal moeten houden aan de door de reclassering opgelegde dagbesteding. Zonder betaalde arbeid zal
zij haar huurwoning in Rotterdam verliezen, moet zij zich opnieuw aanmelden voor een huurwoning en zal zij dus weer onderaan de wachtlijst komen te staan. De maatregel berust op onjuiste gegevens/feiten en is disproportioneel. Klaagster heeft de
afgelopen periode hard gewerkt aan de opbouw van een zelfstandig gestructureerd leven, zij heeft zich aan de afspraken gehouden en zich positief ingezet. Er is nooit eerder een melding geweest. Het vinden en accepteren van een betaalde baan en de
verhuisplannen naar een haar toegewezen huurwoning in Rotterdam, na jarenlang op een wachtlijst te hebben gestaan, hebben steeds in overleg en met goedvinden van de reclasseringswerker plaatsgevonden. Deze was ook op de hoogte van haar werktijden en
wist dus wanneer ze bereikbaar was en waar ze zich bevond. Indien klaagster tijdens het werk niet bereikbaar was, nam zij direct in haar pauze of na de werkdag zelf contact met hem op.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Gezien de feiten was er meer dan voldoende grondslag om verzoekster in te sluiten. Dit was tevens het advies van de reclassering.
-verzoekster was ongeoorloofd afwezig bij haar werkgever
-verzoekster was niet bereikbaar voor de reclassering
-verzoekster heeft haar baan opgezegd zonder overleg met de reclassering
-verzoekster is een nieuwe arbeidsovereenkomst aangegaan zonder dat deze werkplek goedgekeurd of gecontroleerd is door de reclassering
Verzoekster heeft zich niet aan de regelgeving met betrekking tot het elektronisch toezicht gehouden. Gezien haar persoonlijke omstandigheden is echter besloten om haar aan te sluiten aan het elektronisch toezicht te Heemskerk, in plaats van het
programma van verzoekster te beëindigen en haar in te sluiten. Verzoekster zal gezien haar persoonlijke situatie worden overgedragen aan de PIA Rotterdam. Gezien het feit dat verzoekster in veel zaken tegemoet is gekomen en bezien is wat binnen de
regelgeving mogelijk was en hier maximaal uitvoering aan is gegeven, acht de directeur het niet wenselijk dat aan het schorsingsverzoek gehoor wordt gegeven.
Tenslotte wordt verzocht het schorsingsverzoek niet-ontvankelijk te verklaren, daar sprake is van een beslissing van de selectiefunctionaris.

2. De beoordeling
Voor zover is bedoeld schorsing te verzoeken van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur tot het geven van een officiële laatste waarschuwing geldt dat de aard van deze beslissing zich niet leent voor schorsing en dat dit deel van het
verzoek moet worden afgewezen.

Met betrekking tot het onderdeel van de beslissing van de directeur dat de toepassing van elektronisch toezicht betreft overweegt de voorzitter het volgende.

Uit de terzake verkregen schriftelijke inlichtingen blijkt dat het penitentiair programma van verzoekster op 3 juli 2008 is aangevangen. De einddatum is 2 december 2008.

In artikel 7a van de Penitentiaire maatregel is het elektronisch toezicht tijdens het penitentiair programma geregeld. Voor zover in dit kader van belang bepaalt het eerste lid van dat artikel:.. “Op grond van het gedrag van de deelnemer kan worden
besloten dat het elektronisch toezicht wordt voortgezet gedurende het laatste deel van het penitentiair programma. Indien het elektronisch toezicht is vervallen kan de deelnemer wederom onder elektronisch toezicht worden gesteld, indien het gedrag van
de deelnemer daartoe aanleiding geeft.”
Het tweede lid van voornoemd artikel bepaalt: “De selectiefunctionaris is belast met de beslissingen, bedoeld in het eerste lid.”........

De beslissing van 27 oktober 2008 die thans voorligt en waarin (mede) wordt besloten dat verzoekster gedurende de gehele periode aangesloten zal blijven aan het elektronisch toezicht is van de directeur PIA Haarlem en niet van de selectiefunctionaris.
Gelet hierop zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, nu sprake is van een onbevoegd genomen beslissing.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur voor zover betrekking hebbend op de toepassing van elektronisch toezicht.

aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 7 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven