Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1972/GM, 7 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1972/GM

betreft: [klager] datum: 7 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.B. Boone, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD voor vrouwen Zwolle,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 augustus 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

De beroepscommissie hield zitting op 12 september 2008 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.
Hoewel voor klaagsters vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft zij daarvan geen gebruik gemaakt. Naar later bleek heeft zij een afstandsverklaring getekend waarin zij heeft opgemerkt dat er geen medisch vervoer zou zijn en dat haar advocaat
voor
haar zou waarnemen.
Klaagsters raadsman voornoemd heeft aangegeven wegens het uitlopen van eerdere zaken niet langer te kunnen wachten en heeft verzocht om aanhouding van de zaak.
De inrichtingsarts verbonden aan voormeld h.v.b./ISD heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 7 juli 2008, betreft het feit dat klaagster niet de juiste medische behandeling krijgt.

2. De standpunten van klaagster en de inrichtingsarts
Klaagster heeft haar beroep als volgt toegelicht.
Zij mag geen voor haar goed werkende homeopathische middelen invoeren; zij heeft een whiplash opgelopen; zij heeft twee verlamde armen (posttraumatische dystrofie); zij heeft een kapot kaakgewricht.
Door stress houdt zij zoveel vocht vast dat er honderden adertjes zijn gespat; klaagster krijgt daar geen vochtafdrijvers voor.
Namens klaagster is aangevoerd dat biergisttabletten en brandnetelthee klaagster altijd hebben geholpen. Zij wil deze producten graag in de inrichting hebben.

De inrichtingsarts heeft verwezen naar zijn eerder ingenomen standpunt. Dit luidt als volgt. Er bestaat geen medische noodzaak voor het invoeren van homeopathische middelen. Wat betreft de armen van klaagster heeft er een verwijzing naar de neuroloog
plaatsgevonden. Deze heeft nader onderzoek gedaan en fysiotherapie voorgeschreven.
Wat betreft het vasthouden van vocht wil de inrichtingsarts opnieuw bloedonderzoek laten doen. Het wordt niet verstandig geacht vochtafdrijvende middelen voor te schrijven als niet bekend is wat de oorzaak is voor het vasthouden van vocht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken voldoende voorgelicht over de zaak en wijst het verzoek om aanhouding derhalve af. Hier komt bij dat uit telefonische informatie is gebleken dat klaagster bij de medische dienst om speciaal vervoer
naar de zitting had gevraagd. Dit verzoek is voorgelegd aan de huisarts, die zag daartoe geen noodzaak. Dit is haar door de medische dienst medegedeeld en aangegeven is dat gewoon vervoer geregeld zou worden. Klaagster heeft er om die reden zelf van
afgezien haar zaak aan de beroepscommissie toe te lichten.
De beroepscommissie is gelet op hetgeen uit de stukken naar voren is gekomen van oordeel dat er geen noodzaak aanwezig was om voor klaagster niet geregistreerde medicatie te bestellen. Ook overigens is de beroepscommissie, alle stukken in samenhang en
onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven