Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1938/GM, 7 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1938/GM

betreft: [klager] datum: 7 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden, locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 28 juli 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 september 2008, gehouden in de p.i. Amsterdam is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Haaglanden heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 10 juni 2008, betreft het niet verstrekt krijgen van Librium.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. De inrichtingsarts heeft, mede na consultatie van de Brijder stichting, aangegeven dat klager rustgevende medicatie verstrekt zou moeten krijgen. De psychiater is het daar alleen niet mee eens. Klager heeft last
van
spanningen en stress.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Er hebben geen wijzigingen in klagers situatie plaatsgevonden sinds de eerdere klacht, waarvan op 5 maart.
2008
een bemiddeling is gevolgd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie leidt uit de stukken af dat er ten aanzien van klager geen wijziging in zijn situatie is op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat thans afgeweken zou moeten worden van het eerder opgestelde afbouwschema van de Librium. Zo
is
dit ook weergegeven in het verslag van bemiddeling van 5 maart. 2008. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat klagers problematiek regelmatig in het PMO, waarin de arts, de psycholoog, de psychiater en de verpleegkundige zitting hebben, is
besproken.
Van een medische indicatie klager alsnog Librium voor te schrijven is niet gebleken.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven