Nummer 23/37701/GA
Betreft [klager]
Datum 24 september 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing van de directeur nadat de beklagcommissie hem de opdracht had gegeven om binnen twee weken – na verzending van de uitspraak van 15 september 2023 – een nieuwe beslissing te nemen.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 24 november 2023 het beklag ongegrond verklaard (IJ-2023-1143). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft op 7 april 2023 de directeur verzocht om met zijn gehandicapte dochter te mogen beeldbellen. Voorafgaand aan en tijdens de mondelinge behandeling van de klacht bij de beklagcommissie heeft de directeur meerdere verweren naar voren gebracht. Echter is op geen enkel moment het standpunt ingenomen dat klager onvoldoende medische gegevens had ingebracht. Klager meent dat niet kan worden toegestaan dat op 22 september 2023 om nadere medische gegevens is verzocht en dat niet onmiddellijk inhoudelijk op het verzoek is beslist. Daarbij speelt een rol dat de uitspraak van 15 september 2023 in de visie van klager ook geen ruimte laat voor het opvragen van nadere medische gegevens, nu wordt overwogen dat de directeur onredelijk en onbillijk heeft gehandeld door het verzoek af te wijzen en dat risico’s kunnen worden ondervangen met het stellen van voorwaarden. Veel duidelijker kan niet worden opgeschreven dat de beklagcommissie vindt dat het verzoek van klager, gelet op de ernstige handicap van zijn dochter en de mogelijkheid van toezicht op het beeldbellen, moet worden toegestaan.
Voorts kan klager zich niet verenigen met de uitleg van de beklagcommissie van artikel 68, derde lid, onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Hij meent dat het gesprek op 22 september 2023 ten onrechte is aangemerkt als een nieuwe beslissing. Artikel 68, derde lid, onder a, van de Pbw, vraagt meer van een directeur dan een gesprek met een gedetineerde waarin om nadere gegevens/informatie wordt verzocht. Mede gelet op de uitspraak van 15 september 2023 kan een mondeling verzoek om nadere medische stukken niet worden aangemerkt als een nieuwe beslissing op het verzoek van klager om te mogen beeldbellen.
Gelet op het voorgaande moet de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd nu de directeur zich niet heeft gehouden aan de opdracht van de beklagcommissie om binnen twee weken na verzending van de uitspraak opnieuw te beslissen op klagers verzoek om te mogen beeldbellen met zijn dochter. Voorts verzoekt klager om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de directeur
Wat de directeur in beklag heeft aangevoerd, dient als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. De directeur persisteert bij deze gronden en sluit voor het overige aan bij de uitspraak van de beklagcommissie.
3. De beoordeling
Ontvankelijkheid van klager in beklag
Op grond van artikel 60, tweede lid, van de Pbw wordt een “verzuim of weigering om te beslissen” gelijkgesteld met een beslissing. Er is sprake van een verzuim of (fictieve) weigering, als er niet binnen een wettelijke of redelijke termijn wordt beslist op een verzoek.
De beroepscommissie overweegt dat als de directeur een termijn opgelegd heeft gekregen door de beklag- of beroepscommissie, een gedetineerde na afloop van die termijn kan klagen tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. De beklagcommissie heeft op 15 september 2023 het beklag gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Nu klager op 2 oktober 2023 onderhavige klacht heeft ingediend tegen het uitblijven van een nieuwe beslissing, is klager terecht ontvangen in zijn beklag.
Inhoudelijk
Klager heeft op 7 april 2023 de directeur verzocht om met zijn gehandicapte dochter te mogen beeldbellen. Dit verzoek is afgewezen en klager heeft tegen deze afwijzing beklag ingesteld. De beklagcommissie heeft op 15 september 2023 het beklag gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak. Op 22 september 2023 heeft de directeur, naar aanleiding van deze uitspraak, een gesprek met klager gehad. Hierin heeft de directeur aangegeven dat zij meer informatie nodig had, voordat zij een nieuwe beslissing kon nemen. Daarom is verzocht een medische verklaring omtrent de beperking van de dochter van klager over te leggen waaruit blijkt met welke beperkingen rekening gehouden dient te worden en waaruit de noodzaak om te mogen beeldbellen blijkt.
Op 26 september 2023 zijn stukken overgelegd die niet recent genoeg waren. De stukken mogen niet ouder dan zes maanden zijn en het overgelegde stuk dateerde uit 2011. Op 29 september 2023 is opnieuw een (recenter) medisch stuk overgelegd. Kennelijk was dit stuk niet goed leesbaar, waardoor op 6 oktober 2023 verzocht is om dit stuk per post te versturen of in te scannen. De directeur heeft aangegeven dit stuk op 10 oktober 2023 per post te hebben ontvangen. Vervolgens heeft de directeur op 19 oktober 2023 een nieuwe (positieve) beslissing genomen ten aanzien van klagers verzoek.
De beroepscommissie overweegt dat indien de beklag- dan wel de beroepscommissie de directeur in een uitspraak de opdracht geeft om binnen een bepaalde termijn een nieuwe beslissing te nemen, de directeur zich aan deze termijn dient te houden. Indien de nieuwe beslissing na afloop van de gestelde termijn is genomen dient het beklag dan wel beroep gegrond te worden verklaard. Nu de directeur uiterlijk op 29 september 2023 een nieuwe beslissing had moeten nemen, en zij deze beslissing pas op 19 oktober 2023 heeft genomen, heeft de directeur de beslissing niet tijdig genomen. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.
De beroepscommissie overweegt ten overvloede dat de directeur (uiterlijk) op 29 september 2023 een afwijzende beslissing had kunnen nemen, met als reden dat zij in afwachting was van de (beter leesbare) medische informatie en dat na ontvangst van die informatie opnieuw een beslissing zou worden genomen. Waarna de directeur in dit geval vervolgens op 19 oktober 2023 alsnog de positieve beslissing had kunnen nemen (en dat laatste ook heeft gedaan).
Tegemoetkoming
Klager is een gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk (GVM) risico met de status ‘hoog’. Het wordt deze gedetineerden in beginsel niet toegestaan om te beeldbellen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de directeur dit toestaan. De beroepscommissie begrijpt dat de directeur hier dan ook zeer terughoudend mee omgaat. Gelet op klagers GVM-status is het niet mogelijk om klager zonder toezicht of regels te laten beeldbellen. De beroepscommissie acht het dan ook niet onredelijk dat de directeur nadere informatie wenste te vergaren. Daarbij merkt de beroepscommissie op dat, gelet op de hierboven omschreven gang van zaken, de termijnoverschrijding niet alleen de directeur is aan te rekenen, omdat de directeur ook afhankelijk was van de informatieverstrekking door klager. De beroepscommissie ziet in dit geval dan ook geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 24 september 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. F. Sieders, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.
secretaris voorzitter