Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36930/TA, 22 mei 2024, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Verlof tbs  v

Nummer    23/36930/TA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    22 mei 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 16 juni 2023 strekkende tot intrekking van zijn transmuraal verlof.

De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op 18 oktober 2023 het beklag ongegrond verklaard (RV2023-194). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klagers raadsvrouw en […], jurist bij de instelling, gehoord op de zitting van 25 april 2024 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klagers raadsvrouw heeft aangegeven dat hij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid.

Als toehoorders waren ter zitting aanwezig mr. H.J. Moraal, algemeen voorzitter van de RSJ, en mr. D. van der Sluis, lid van de Afdeling rechtspraak van de RSJ.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager verblijft sinds een aantal jaren in de huidige instelling. Hij heeft ernstige somatische (nek- en rug)klachten sinds een bedrijfsongeval jaren geleden. De pijnpoli te Rotterdam heeft destijds geconstateerd dat er niets meer aan te doen was. Ook zijn verschillende zaken en medicatie geprobeerd ten behoeve van pijnbestrijding. Uiteindelijk werd cannabisolie voorgeschreven. Zowel in de penitentiaire inrichting als bij de aanvang van het verblijf in de huidige instelling heeft klager de cannabisolie gekregen. Hij heeft zelf besloten een bepaalde periode geen cannabisolie te gebruiken in verband met het behalen van zijn rijbewijs. Na drie maanden wenste klager de cannabisolie weer te gebruiken, maar dit werd hem geweigerd. Uiteindelijk kreeg hij de olie wel maar zonder THC. Sinds 2022 krijgt hij de olie met THC maar dit betreft de helft van de voorgeschreven hoeveelheid door de pijnpoli. Ondanks meerdere verzoeken aan de instelling werd de dosering niet opgehoogd. De instelling wilde een nieuw traject bij de pijnpoli starten om de ontwikkeling van klagers somatische klachten te zien en of er weer een recept voor cannabisolie zou worden voorgeschreven. Klager heeft daaraan meegewerkt. Op 30 december 2022 werd door de pijnpoli te Nijmegen het voorlopige advies tot ophoging gegeven. Hier werd door de instelling echter geen gehoor aan gegeven. De instelling wilde het volledige onderzoek afwachten. Klager heeft hiertegen een beklag ingesteld. De instelling heeft aangegeven dat een klinisch chemicus aan de instelling heeft laten weten dat de cannabisolie met THC alsnog geen score hoger dan 50 ug/l kan geven. Indien klager niet lager scoort dan 50 ug/l mag hij niet op verlof. Namens klager is navraag gedaan bij de fabrikant/leverancier van de cannabisolie en die heeft per mail medegedeeld dat de conclusie van de klinisch chemicus niet kan kloppen. Deze informatie is met de instelling gedeeld.

Het tbs-traject en verblijf op de resocialisatieafdeling Pharos verloopt zeer moeizaam. De instelling wenst dat klager aan bepaalde voorwaarden voldoet zoals dagbesteding en het schoonmaken van het appartement. Klager heeft hier niet altijd aan kunnen voldoen omdat hij te veel pijn heeft. Voorts gebruikt hij af en toe softdrugs om het gat te dichten tussen de verkregen olie en de voorgeschreven olie. Hierdoor scoort hij positief bij urinecontroles en wordt zijn verlof vaak aangehouden. In de afgelopen maanden hebben er meerdere driehoekgesprekken plaatsgevonden en zijn er steeds afspraken gemaakt. Klager probeerde hieraan te voldoen, maar dit lukte hem niet altijd met name door de pijnklachten.

Hoewel er een nieuw driehoekgesprek gepland stond op 27 juni 2023 over een definitieve uitslag van het traject bij de pijnpoli van het Radboudumc en het vervolg van klagers uitstroomtraject (wellicht longcare) heeft de instelling op 16 juni 2023 besloten klager terug te plaatsen in de instelling. Klager acht die maatregel disproportioneel. Klager en de instelling waren al maanden samen aan het kijken wat nodig en haalbaar is. Op zijn minst had 27 juni 2023 dan wel een eventuele overplaatsing naar een andere faciliteit afgewacht moeten worden. Het gesprek van 27 juni 2023 is afgezegd en ook een zorgconferentie werd niet afgewacht. Hoewel klager niet altijd aan de klassieke voorwaarden voor transmuraal verlof heeft voldaan, is de reden daarvoor gelegen in zijn somatische klachten. Hij vormt geen gevaar voor de orde en veiligheid met een verblijf in een klinieksappartement op niveau 2. Het appartement is deels aangepast voor klager als het gaat om luxaflex, bed, matras en een eigen wasmachine vanwege zijn allergieën. Hij is nu teruggeplaatst in de instelling op een reguliere behandelafdeling. Dit heeft zijn allergieën en zijn somatische klachten verergerd. Hij acht de terugplaatsing gelet op zijn gehele casus dan ook disproportioneel. Verder wordt verwezen naar al hetgeen reeds in de beklagprocedure is ingebracht.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van het hoofd van de instelling
In verband met klagers gebruik van cannabisolie met THC is door de instelling bij de klinisch chemicus navraag gedaan in hoeverre dit bij een urinecontrole kan leiden tot een resultaat dat boven de afkapwaarde ligt, oftewel een positieve uitslag. Volgens de klinisch chemicus kan het gebruik van cannabisolie met THC niet resulteren in een positieve uitslag van een urinecontrole. De afkapwaarde zou pas worden bereikt indien klager glazen per dag van de olie zou binnenkrijgen. Verder wordt verwezen naar hetgeen reeds in de beklagprocedure is ingebracht.

 

3. De beoordeling
Op grond van artikel 50, derde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) kan het hoofd van de instelling besluiten het verlof in te trekken indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de instelling komt naar voren dat klagers resocialisatietraject is gestagneerd en dat het uitzicht op (verdere) resocialisatie ontbreekt. Het functioneren van klager paste sinds geruime tijd niet (meer) bij het perspectief dat hoort bij een verblijf in een klinieksappartement op de resocialisatieafdeling Pharos. Het is klager in de periode voorafgaand aan de bestreden beslissing van 16 juni 2023 onvoldoende gelukt om zijn dagbesteding gestructureerd in te vullen, wat in het kader van het risicomanagement van belang wordt geacht. Ook lukte het klager niet om zich te conformeren aan de huis- en afdelingsregels. Zo is er sprake van blijvend cannabisgebruik en lukte het klager niet, ook niet met ondersteuning, om zijn appartement te onderhouden. Daarnaast ging klager de samenwerking met het behandelteam in het kader van de noodzakelijke sturing en begeleiding richting resocialisatie niet of onvoldoende aan. Ondanks de ingezette interventies is klagers houding en gedrag onvoldoende veranderd, waardoor hij geen verdere stappen heeft kunnen zetten in het kader van zijn resocialisatietraject. Om de (dreigende) impasse af te wenden hebben er in de maanden voorafgaand aan het intrekken van het transmuraal verlof meerdere gesprekken tussen klager, het behandelteam en zijn advocaat plaatsgevonden. Daarbij zijn afspraken gemaakt om de (dreigende) impasse te doorbreken en het resocialisatietraject verder op te pakken. Het is klager echter niet gelukt om zich te voegen naar deze afspraken. Gezien het uitblijven van ontwikkeling richting verdere resocialisatie werd het verblijf in een klinieksappartement niet langer passend geacht. 

De beroepscommissie is van oordeel dat in de gegeven omstandigheden het hoofd van de instelling op 16 juni 2023 in redelijkheid heeft kunnen beslissen om tot intrekking van het transmuraal verlof over te gaan.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van het hoofd van de instelling niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden. 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 22 mei 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. dr. B.J.M. Frederiks en dr. S.L. van Woerden, leden, bijgestaan door mr. G.J.M. Ankersmit, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven