Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37962/GA, 12 augustus 2024, beroep
Uitspraakdatum:12-08-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/37962/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    12 augustus 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld omdat hij een toegezegd matras niet heeft ontvangen.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Middelburg heeft op 5 december 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (MB-2023-456). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Middelburg (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. De directeur is op 13 maart 2024 verzocht om nadere inlichtingen te verschaffen. Zijn schriftelijke reactie is op 22 maart 2024 ontvangen. Klager is in de gelegenheid gesteld om daarop schriftelijk te reageren. Zijn schriftelijke reactie is ontvangen op 29 april 2024. 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
In november 2022 is klager een (dikker) matras toegezegd. De maandcommissaris had klager gezegd twee maanden af te wachten tot het afdelingshoofd de bestelling had gedaan. Klager heeft over het niet verstrekken van het matras brieven geschreven in februari 2023, 12 april 2023 en in juli 2023, maar geen antwoord gekregen. Hij heeft toen het afdelingshoofd gesproken die zei dat het matras was besteld, maar de medische dienst wist van niets. Klager heeft op 16 augustus 2023 en 11 oktober 2023 weer geschreven maar geen antwoord gekregen. Op 16 oktober 2023 heeft klager een klacht ingediend. Het afdelingshoofd gaf aan niet te weten waarom de klacht niet was opgelost. Het heeft een jaar geduurd voordat klager een matras heeft gekregen, dankzij zijn casemanager, die er achteraan is gegaan. 

Standpunt van de directeur
Op 18 november 2022 is bij binnenkomst van klager volgens de inlichtingen van de medische dienst een matras aangevraagd. Op 20 juli 2023 heeft klager aangegeven dat hij geen ander matras heeft gekregen. In augustus 2023 zijn er nieuwe matrassen (obesitas) besteld. Door afwezigheid van het hoofd zorg is dit proces vertraagd. Hierop heeft de directeur een oud obesitasmatras laten komen, dat is geleverd aan klager, waarmee deze casus was opgelost. De directeur heeft hierna nog wel even gesproken met klager. Op 12 september 2023 zijn matrassen bijbesteld door de medische dienst. Op 27 oktober 2023 heeft klager een klacht ingediend. Op 6 november 2023 heeft de directeur via de casemanager te horen gekregen dat klager geen matras heeft gekregen. Op 21 november 2023 heeft klager een ander matras gekregen. 

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid 
Tegen het niet verstrekken van een toegezegd matras - een losstaand probleem – kan op zichzelf geen beklag worden ingesteld, maar wel tegen de beslissing op een verzoek van de gedetineerde om een oplossing. Omdat klager verzocht heeft om een oplossing voor een losstaand probleem, is hij ontvankelijk in zijn beklag. 
De klacht kan ook opgevat worden als te zijn gericht tegen het weigeren een beslissing te nemen door of namens de directeur, te weten het verstrekken van een matras. Daartegen staat beklag open. 

Inhoudelijk 
Uit de informatie in het dossier kan worden afgeleid dat op 18 november 2022 een matras is aangevraagd. 

Klager stelt dat hij op aanraden van de maandcommissaris twee maanden heeft gewacht tot het afdelingshoofd de bestelling had gedaan. Vervolgens heeft klager meerdere keren, te weten in februari 2023, april 2023, juli 2023, augustus 2023 en oktober 2023 om het matras verzocht en deze een jaar later pas gekregen. 

Volgens de inlichtingen van de directeur heeft klager op 20 juli 2023 aangegeven dat hij geen ander matras heeft gekregen en is in augustus 2023 een oud obesitasmatras aan klager geleverd. De directeur heeft daarna via de casemanager vernomen dat klager geen matras heeft gekregen waarna klager op 21 november 2023 een ander matras heeft gekregen. 

De beroepscommissie acht op basis van deze informatie voldoende aannemelijk geworden dat een matras is aangevraagd, dat klager heeft gewacht op de bestelling en daarna meerdere keren heeft gevraagd naar het matras. Hoewel in augustus 2023 een matras zou zijn geleverd, is van de casemanager vernomen dat geen matras is geleverd. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat klager pas in november 2023 een matras heeft ontvangen en dat daarmee is gebleken van onvoldoende inspanningen van de zijde van de directeur om (tijdig) het aangevraagde matras te verstrekken. 

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag en het beklag gegrond verklaren.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze, vanwege de zeer lange duur voordat klager over het toegezegde matras kon beschikken, vaststellen op €100,-.


4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €100,-.


Deze uitspraak is op 12 augustus 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. dr. R.S.T. Gaarthuis, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven