Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39004/GM, 16 mei 2024, beroep
Uitspraakdatum:16-05-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/39004/GM

  

           

Betreft [Klager]

Datum 16 mei 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsman, mr. H. Weisfelt, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij de voor hem geschikte lakens niet op cel mag hebben en dat zijn blindenstok is afgenomen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

 

2. De ontvankelijkheid

Op grond van artikel 71d, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de mededeling van de medisch adviseur te worden ingediend.

De mededeling van de medisch adviseur is gedateerd 1 februari 2024. In het door de raadsman ingediende beroepschrift staat dat de raadsman op 12 februari 2024 kennis heeft genomen van de mededeling van de medisch adviseur. Klagers raadsman komt volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie geen zelfstandige beroepstermijn toe. De beroepstermijn start op het moment dat klager de mededeling van de medisch adviseur heeft ontvangen. Om die reden is klager bij brief van 29 maart 2024 verzocht toe te lichten wanneer hij de mededeling heeft ontvangen. Deze brief is diezelfde dag ook ter kennisname verstuurd naar de raadsman. Klager heeft op deze brief niet (binnen de gestelde termijn) gereageerd.

Gelet op het voorgaande, heeft klager niet tijdig beroep ingesteld. Uit het dossier blijkt niet dat daarvoor een goede reden bestond. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

 

3. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

 

Deze uitspraak is op 16 mei 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. M.I. van den Baar-Vroon en drs. B.A. Geurts, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven