Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32495/GA, 7 mei 2024, beroep
Uitspraakdatum:07-05-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/32495/GA

           

Betreft [klager]

Datum 7 mei 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een kunstgebit.

De beklagcommissie bij het Detentiecentrum (DC) Rotterdam heeft op 2 maart 2023 het beklag ongegrond verklaard (DC-2023-45). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. P.M. Iwema, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van het DC Rotterdam (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De directeur is op 28 februari 2024 verzocht nadere inlichtingen te verstrekken. De directeur heeft op dit verzoek niet gereageerd.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft na lang wachten een bezoek mogen brengen aan de tandarts. De tandarts vertelde hem dat hij bijna geen tanden meer in zijn mond heeft, waardoor een kunstgebit de enige optie is om weer normaal te kunnen eten. Desondanks heeft klager op 9 december 2022 te horen gekregen dat de directeur heeft geweigerd om aan hem een kunstgebit te verstrekken. Daarmee is de directeur te kort geschoten in zijn zorgplicht ten aanzien van klager. In de laatste week van februari 2023 is in het Multidisciplinair Overleg besloten om aan klager alsnog een kunstgebit te verstrekken, omdat hij alleen gemalen voedsel kon eten en dit niet halal kon worden ingekocht door de directeur. Daarbij kon hij niet meer normaal praten, wat een sociale barrière heeft gevormd in detentie.

Namens klager wordt verzocht om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen voor de periode dat hij zonder kunstgebit in detentie heeft verbleven.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft in beroep geen standpunt ingenomen.

 

3. De beoordeling

Klager schrijft in zijn klaagschrift dat hij op 9 december 2022 naar de tandarts is geweest en te horen heeft gekregen “dat mijn aanvraag voor een kunstgebit is afgewezen”.

Uit het vademecum (Verstrekkingenpakket DJI 2022) vloeit voort dat voor de verstrekking van een kunstgebit een machtiging bij de tandheelkundig adviseur moet worden aangevraagd. De beroepscommissie begrijpt, gelet op het klaagschrift van klager van 12 december 2022, dat de machtiging voor het verstrekken van een kunstgebit door de tandheelkundig adviseur is afgewezen en dat hem dat op 9 december 2022 is medegedeeld. De afwijzing van een aanvraag van een dergelijke machtiging betreft een beslissing van de tandheelkundig adviseur en geen beklagwaardige beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Ook is geen sprake van medisch handelen van de inrichtingstandarts (vergelijk RSJ 27 juli 2017, 17/1122/GM).

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Deze uitspraak is op 7 mei 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven