Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37141/GA (hersteluitspraak), 25 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/37141/GA (hersteluitspraak)

               

Betreft [klager]

Datum 25 april 2024

 

Hersteluitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Esserheem te Veenhuizen (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[…] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het feit dat hij vanaf 6 maart 2023 geen hele dagen meer mag werken.

De beklagrechter bij de locatie Esserheem heeft op 30 oktober 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend ter hoogte van de gemiste inkomsten (Eh-2023-87). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Esserheem, klager (telefonisch) en zijn raadsman mr. A.S. Sewgobind gehoord op de digitale zitting van 7 maart 2024. Mw. D. Riani el Achhab, lid van de RSJ, en […], stagiaire bij de locatie Esserheem, waren als toehoorder aanwezig.

De beroepscommissie heeft op 27 maart 2024 het beroep van de directeur gegrond verklaard, de uitspraak van de beklagrechter vernietigd en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (23/37141/GA).

Klagers raadsman, mr. A.S. Sewgobind, heeft namens klager per e-mail van 27 maart 2024 verzocht om de uitspraak te heroverwegen, omdat ten tijde van het beklag nog geen sprake was van de door de beroepscommissie geconstateerde algemene regel. Naar aanleiding hiervan heeft de beroepscommissie de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. In die reactie meldt de directeur onder meer: “In alle eerlijkheid kan ik stellen dat ook ik verrast was bij de ‘niet ontvankelijk’ verklaring”.

De beroepscommissie constateert, met klager en de directeur, dat zij een (evidente) fout heeft gemaakt in de chronologische vaststelling van de feiten. Zij zal met deze uitspraak daarom de eerdere uitspraak herstellen.

 

2. De beoordeling

Op basis van deze stukken en van wat ter zitting is besproken, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter het beklag terecht gegrond heeft verklaard. Onder verwijzing naar de overwegingen ‘ten overvloede’ in de te herstellen uitspraak, is de beroepscommissie namelijk van oordeel dat het wel degelijk mogelijk lijkt te zijn om hele dagen werken en luchten in de locatie Esserheem te combineren. In het verlengde daarvan valt niet in te zien waarom dat op 6 maart 2023, specifiek in klagers geval, niet ook al mogelijk was. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

De tegemoetkoming zal overigens berekend moeten worden over de periode van 6 maart 2023 tot en met de datum van de uitspraak van de beklagrechter. Klager stelt dat dit €38,- per week is, maar dat is thans niet aan de beroepscommissie. De directeur zal in dit kader nog de stappen moeten volgen die de beklagrechter heeft voorgeschreven.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 25 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, F. van Dekken en dr. S.L. van Woerden, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven