Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/31011/GA. 9 augustus 2024, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/31011/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    9 augustus 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het wijzigen van een afstandsformulier, nadat hij dit had ondertekend.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 12 december 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (VU 2022/1043). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. F.A. Dronkers, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klagers aanwezigheid op en inbreng via telehoren op een zitting bij de rechtbank is gefrustreerd door een bewuste handeling van een medewerker van de PI. Het gaat niet om een simpele vergissing of menselijke fout. Een formulier waar de magistratuur en verdediging op dienen te vertrouwen, is doelbewust gewijzigd, waardoor het elementair recht op hoor en wederhoor geweld werd aangedaan. Het is zorgelijk dat de directeur over deze situatie zijn schouders ophaalt. Het is zeker niet uit te sluiten dat hier – meer in het algemeen – te beperkte kennis en nonchalance over is in de praktijk.

Als de directeur in deze zaak niet aan te spreken is, vraagt klager zich af of intern onderzoek inmiddels heeft geleid tot het traceren van de betreffende falende medewerker(s) en tot welke disciplinaire beslissing dit dan heeft geleid. Ook vraagt klager zich af welke maatregelen er zijn genomen om een dergelijke schending te voorkomen. 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur
De directeur verwijst naar zijn verweerschrift in de beklagprocedure, zijn standpunt tijdens de zitting van de beklagcommissie en de uitspraak van de beklagcommissie. Op de dag van het telehoren heeft het afdelingspersoneel veel inspanningen verricht om het telehoren alsnog te laten plaatsvinden. Dat is uiteindelijk ook gelukt.



3. De beoordeling
Ontvankelijkheid in beklag
Een handeling van een personeelslid, zoals in dit geval het aanpassen van een ondertekende afstandsverklaring, kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

Weliswaar richt het beklag zich niet tegen een structurele tekortkoming van de directeur, maar dat is in gevallen als deze ook niet goed mogelijk. Het gaat in dit geval echter wel om een belangrijke (vermeende) tekortkoming, waartegen naar het oordeel van de beroepscommissie moet kunnen worden geklaagd. Daarom zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag verklaren. De beroepscommissie zal het beklag om proceseconomische redenen als eerste en enige instantie inhoudelijk beoordelen.

Inhoudelijke beoordeling van het beklag
De directeur heeft niet betwist dat klagers afstandsverklaring achteraf, nadat hij die had ondertekend, (wezenlijk) is aangepast. Zoals uit het voorgaande al volgt, vindt de beroepscommissie deze fout zeer ernstig. De beroepscommissie zal het beklag daarom gegrond verklaren.

De beroepscommissie kan klager overigens ook volgen in zijn stelling dat hier – voor zover dat uit de standpunten van de directeur naar voren komt – te nonchalant mee is omgegaan. De directeur heeft (in beklag) slechts aangevoerd dat “niet te herleiden [is] hoe de fout tot stand gekomen is”. Het is wenselijk dat de directeur dit (alsnog) serieus onderzoekt om zo herhaling te voorkomen.

Tegemoetkoming
De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, omdat klager uiteindelijk alsnog, conform zijn wens, via telehoren de zitting heeft kunnen bijwonen.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 


Deze uitspraak is op 9 augustus 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven