Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37889/GB, 2 mei 2024, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/37889/GB

             

Betreft  [klager]

Datum  2 mei 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 31 juli 2023 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting Vught.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 4 december 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Verweerder heeft het bezwaar evenwel ook inhoudelijk beoordeeld. Het bezwaar is inhoudelijk ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. D.M. Penn, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

Verweerder heeft klager (primair) niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar, nu het bezwaarschrift dateert van 30 juli 2023. De beslissing waartegen het bezwaar zich richt is echter pas op 31 juli 2023 genomen. Er was dan ook nog geen sprake van een beslissing, zoals bedoeld in artikel 17, eerste lid en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), aldus verweerder.

In artikel 17, eerste lid en onder a, van de Pbw is bepaald dat de betrokkene het recht heeft om een met redenen omkleed bezwaarschrift in te dienen tegen de beslissing tot plaatsing of overplaatsing als bedoeld in artikel 15, eerste lid.

Nu ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift nog geen beslissing tot overplaatsing was genomen, is de beroepscommissie van oordeel dat sprake is van een prematuur ingesteld bezwaar. De beslissing van verweerder om klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar te verklaren is dan ook juist. De stelling van klager dat het bezwaarschrift duidelijk gericht is tegen de op 31 juli 2023 genomen beslissing, zodat klager ontvankelijk zou zijn in zijn bezwaar, maakt dit oordeel niet anders. Het beroep zal reeds daarom ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 2 mei 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, F. van Dekken en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven