Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2333/GV, 31 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2333/GV

betreft: [klager] datum: 31 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.H. Kappelhof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 september 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil zijn verlof doorbrengen in de straat waar het delict gepleegd is. Dit mag echter geen reden zijn klagers verlofaanvraag af te wijzen. In Delfzijl woont geen familie van het slachtoffer en er
is geen reden te veronderstellen dat door klagers verlof in Delfzijl conflicten ontstaan. Daarbij is aan de mededader van klager wel verlof verleend.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld voor een levensdelict. Hij wil zijn verlof doorbrengen in de straat waar het delict gepleegd is. Ook al woont er geen familie van het slachtoffer dan kan het bij anderen onrust veroorzaken. Niet bekend is welke mededader wordt
bedoeld en evenmin of hij eveneens in de betreffende straat zijn verlof heeft doorgebracht.
Mocht klager een ander verlofadres opgeven, dan bestaan er minder restricties tot het verlenen van verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis/ISD Zutphen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Leeuwarden heeft aangegeven dat gelet op het opgegeven verlofadres maatschappelijke onrust en confrontatie met slachtoffers of anderszins betrokkenen bij het gepleegde misdrijf niet uitgesloten is.
De buurtagent Delfzijl-Noord heeft geen bezwaar tegen verlening van verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden met aftrek wegens doodslag. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van drie maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 28 juli 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de inlichtingen van het Openbaar Ministerie en uit raadpleging van het desbetreffende arrest van het gerechtshof komt naar voren dat het aannemelijk is dat, indien klager een te verlenen verlof zou doorbrengen in de plaats waar het door klager
begane strafbare feit is gepleegd, een eventueel verlof maatschappelijke onrust teweeg zou kunnen brengen terwijl confrontatie met nabestaanden en andere betrokkenen bij het gepleegde misdrijf niet uitgesloten is. Het gaat om, in de termen van het
gerechtshof, een feit met een gewelddadig en bruut karakter dat angst en onveiligheid heeft veroorzaakt.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid in dit stadium van de detentie nog een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder g en i van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 31 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven