Nummer 23/37860/GA
Betreft [klager]
Datum 15 april 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij nog niet vanuit het huis van bewaring (HVB) in de gevangenis is geplaatst.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 5 december 2023 het beklag ongegrond verklaard (G-2023-1386). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. M.M.J.P. Penners, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Sittard in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
De beroepscommissie heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Ten aanzien van de overwegingen van de beklagrechter overweegt de beroepscommissie als volgt.
Huizen van bewaring zijn op grond van artikel 9 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) bestemd voor de opneming van onder andere personen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf plaatsvindt en die in afwachting zijn van plaatsing in een gevangenis. Gevangenissen zijn op grond van artikel 10 van de Pbw bestemd voor de opneming van personen die, al dan niet onherroepelijk, tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld.
Wanneer een gedetineerde al dan niet onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsstraf, moet hij – bij een verblijf in een HVB – worden voorgesteld voor een doorplaatsing naar een gevangenis. Vanuit de inrichting wordt een selectieadvies uitgebracht en op basis van dat advies neemt de Minister voor Rechtsbescherming (hierna: de Minister) een beslissing. Daarna komt de gedetineerde eventueel op een wachtlijst te staan. Het is dus niet zo dat de inrichting zelfstandig kan overgaan tot doorplaatsing van een gedetineerde. Zowel het moment waarop de beslissing van de Minister wordt afgegeven als de duur van de wachtlijst die bestaat voor een dergelijke plaatsing, vallen buiten de invloedsfeer van de directeur.
De directeur heeft op 24 oktober 2023 vanuit het Centraal Justitieel Incassobureau klagers vonnis ontvangen. Het selectieadvies is op 10 november 2023 verstuurd en klager is op 15 november 2023 geselecteerd (en op de wachtlijst geplaatst) voor de gevangenis van de PI Sittard. Op 1 december 2023 is hij geplaatst in de gevangenis van de PI Sittard. De beroepscommissie is van oordeel dat het selectieadvies voortvarend genoeg is opgesteld. Het overige valt buiten de invloedsfeer van de directeur.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is op 15 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. F. Sieders en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
secretaris voorzitter