Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32753/GA, 12 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:12-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32753/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    12 april 2024


Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de intimiderende bejegening van zijn vrouw door een personeelslid.

De beklagrechter bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 15 maart 2023 klager niet ontvankelijk verklaard in zijn beklag (S-2022-625). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepsrechter heeft klager en de directeur van de locatie De Schie in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling
Formele punten
Klager heeft aangevoerd dat er ten onrechte een beslissing is genomen zonder dat hij hierover is gehoord. De beroepsrechter begrijpt dat klager doelt op het kunnen geven van een mondelinge toelichting op een beklagzitting voordat op zijn beklag wordt beslist. Hierover overweegt de beroepsrechter het volgende. 

Op grond van artikel 62, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) in samenhang met artikel 64, eerste lid, van de Pbw kan de beklagrechter, indien hij het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht, op de klacht beslissen zonder klager en de directeur in de gelegenheid te stellen mondelinge opmerkingen te maken omtrent die klacht. De beklagrechter heeft in dit geval van deze bevoegdheid gebruik gemaakt en de beroepsrechter treedt in het algemeen niet in de beoordeling hiervan. 

Voorts heeft klager verzocht om het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepsrechter wijst het verzoek daarom af.

Inhoudelijke beoordeling
Op basis van de stukken is de beroepsrechter van oordeel dat de beklagrechter klager terecht niet-ontvankelijk in zijn beklag heeft verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Als klagers vrouw een klacht wil indienen over de bejegening van het personeelslid, kan zij zich wenden tot het klachtenloket van de Dienst Justitiële Inrichtingen (zie https://www.dji.nl/contact/u-heeft-een-klacht-over-dji). 

 

3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 12 april 2024 gedaan door mr. J.B. Oreel, beroepsrechter, bijgestaan door mr. R.A.J. van de Kamp, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven