Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0707/GB, 17 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/707/GB

Betreft: [klager] datum: 17 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 maart. 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager en diens raadsman, mr. A.J. Welvering, zijn op 30 september 2008 in de gelegenheid gesteld hun standpunt in beroep mondeling nader toe te lichten tegenover een lid van de Raad. Klager noch de raadsman hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 november 2007 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de Verslaafden Begeleidingsafdeling (VBA) De Grittenborgh te Hoogeveen. Van daaruit is hij – na tijdelijk te hebben verbleven in het h.v.b. van de landelijke
afzonderingsafdeling (l.a.a.) De Schie te Rotterdam – op 5 september 2008 overgeplaatst naar het h.v.b. Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De door de selectiefunctionaris in eerste instantie aangevoerde reden voor klagers overplaatsing vanuit de VBA naar Ter Apel is onjuist. Klager zou niet willen meewerken aan het toeleidingsprogramma van de VBA. Klager heeft zijn volledige medewerking
aan dat programma gegeven. De reden voor de overplaatsing zou zijn dat een en ander is geëscaleerd naar aanleiding van een verondersteld transport voor een zitting bij de rechtbank. Klager wilde toen zijn advocaat bellen maar dat werd niet toegestaan.
Klager is van mening dat die escalatie hem niet kan worden verweten. Hij had immers het recht om met zijn raadsman te mogen bellen. Klager wil graag zo snel als mogelijk weer worden geplaatst in een VBA. Klager heeft naar aanleiding van het hiervoor
vermelde voorval ten onrechte verslag aangezegd gekregen en is toen in afzondering geplaatst. Klager kan zich daar niet mee verenigen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 31 januari 2008 was besloten klager te plaatsen in de VBA De Grittenborgh, teneinde hem daar deel te laten nemen aan een toeleidingsprogramma. Naar aanleiding van een escalatie is klager vervolgens overgeplaatst naar de l.a.a. De Schie. Die
escalatie
was ontstaan omdat aan klager toestemming geweigerd werd voor telefooncontact met diens raadsman. Klager wenste toen kennelijk op kosten van de inrichting te bellen maar dit werd hem toen niet toegestaan. Klager blijkt al eerder problemen te hebben
gehad tijdens zijn verblijf in de VBA van de Grittenborgh. Naar aanleiding van door klager geuite dreigende uitlatingen aan het adres van medewerkers van de VBA heeft de directeur laten weten dat klager daar niet meer welkom zou zijn. Om die reden is
besloten klager te selecteren voor en te plaatsen in het h.v.b. Ter Apel. Uit klagers houding en gedrag kan, zo valt te lezen in het door de directeur van de VBA gegeven selectieadvies, worden afgeleid dat klager geen medewerking heeft verleend aan het
toeleidingsprogramma voor de VBA. Indien en voor zover klager andermaal in aanmerking wenst te komen voor een dergelijk programma, zal daartoe een voorstel moeten komen van de inrichting waar hij thans verblijft

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als onherroepelijk veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Uit het selectieadvies wordt voldoende aannemelijk dat er sprake is geweest van een escalatie toen klager in de VBA De Grittenborgh betrokken was bij een onenigheid met betrekking tot het bellen met diens raadsman. Naar aanleiding van die
escalatie is aan klager een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel opgelegd, welke disciplinaire straf ten uitvoer werd gelegd in de l.a.a. De Schie. De directeur van de VBA De Grittenborgh heeft de selectiefunctionaris toen
geadviseerd klager over te plaatsen naar een ander h.v.b. Dat verzoek en mitsdien ook de daarop aansluitende op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kunnen, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep moet daarom ongegrond worden verklaard. De omstandigheid dat klager zich bereid heeft verklaard mee te werken aan een toeleidingsprogramma voor een VBA kan daaraan niet afdoen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven