Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1638/GA, 23 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1638/GA

betreft: [klager] datum: 23 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 juli 2008 van de beklagcommissie bij de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Te Roer te Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de klachten en de uitspraak van de beklagcommissie
De klachten betreffen:
1. een ordemaatregel van 7 maart. 2008 waarbij het regimair weekeindverlof voor de eerstvolgende twee weekeinden is ingetrokken en klager gedurende deze twee weekeinden in een afzonderingscel is geplaatst;
2. de aan klager uitgereikte beschikking van 13 maart. 2008 waarin de directeur de selectiefunctionaris adviseert klager te herselecteren en klager in afwachting hiervan in afzondering te plaatsen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in beide klachten op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft niet naar de juiste data gekeken, er wordt gesproken over een beschikking van 7 maart. 2008 in plaats van 13 maart. 2008. Het gaat niet om het advies van de directeur, maar om zijn beslissing tot terugplaatsing naar het huis
van
bewaring (h.v.b.). Dit heeft tot gevolg gehad dat klager de LOI cursus zelf moest betalen en dat de begeleiding bij het einde van zijn detentie minder goed geregeld is.
Volgens klager is hij op 13 maart. 2008 wel bij het CWI in Venlo geweest. Vanuit Venlo heeft klager naar het CWI in Venray gebeld om een afspraak te maken.
Volgens klager is hij op 7 maart. 2008 naar de praktijk van de huisarts gegaan, maar heeft hij geen gebruik gemaakt van het consult.
Het verhaal dat klager in de isolatie moest verblijven omdat er geen plaats zou zijn in het h.v.b. klopt niet.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van klacht 1:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van klacht 2:
Deze klacht bestaat uit twee onderdelen namelijk, het advies van de directeur om klager te herselecteren (a) en de beslissing om klager in afwachting hiervan in afzondering te plaatsen (b).

Hetgeen in beroep met betrekking tot het advies tot herplaatsing is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel (b), de plaatsing in afzondering in afwachting van herselectie, heeft de beklagcommissie geen uitspraak gedaan. De beroepscommissie zal de zaak om doelmatigheidsredenen zelf afdoen.
Ten grondslag aan de afzonderingsmaatregel ligt blijkens de schriftelijke beslissing: ‘U zich opnieuw niet aan afspraken heeft gehouden. U bent meerdere malen aangesproken op het feit dat u zich aan de afspraken met uw mentor dient te houden en heeft
hiervoor al een officiële waarschuwing gehad’. De beslissing tot afzondering in afwachting van overplaatsing is mede gelet op de omstandigheid dat klager verbleef in een z.b.b.i. niet onredelijk of onbillijk. Het beklag ten aanzien van onderdeel (b)
zal
derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ten aanzien van klacht 1 en klacht 2 voor wat betreft onderdeel (a) ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart. het beklag ten aanzien van klacht 2 onderdeel (b) ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 23 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven