Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2112/TA, 27 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2112/TA

betreft: [klager] datum: 27 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2008 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 september 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.H.W. Spoelstra, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], assistent
behandel-coördinator, en [...], behandelcoördinator.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de voortzetting van toediening van dwangmedicatie d.d. 2 april 2008.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is gestopt met zijn medicatie. Omdat toediening van de medicatie wel noodzakelijk was, is de procedure toediening
dwangmedicatie opnieuw opgestart en is een externe psychiater geconsulteerd voor een second opinion. In eerste instantie is dit verzuimd, maar die fout is inmiddels verbeterd. Tweewekelijks is en wordt de casus besproken in de multidisciplinair
samengestelde commissie voorbehouden beslissingen en er is en wordt periodiek gerapporteerd aan de inspectie voor de gezondheidszorg. Inhoudelijke toetsing door derden had wel plaatsgevonden. Een niet aan de instelling verbonden psychiater is
zeswekelijks aanwezig bij de vergadering van de commissie voorbehouden beslissingen. Daarmee is wel voldaan aan de formele eisen. De suggesties van de inspectie voor de gezondheidszorg zijn ter harte genomen. Een plan tot verbetering als vermeld in
artikel 35, eerste lid, Rvt heeft niet ontbroken. De laatste versie van klagers uitgebreide behandelplan is aan de beroepscommissie overgelegd. Alle aspecten daarin zijn gericht op verdere verbetering van klagers toestand. Vanuit klagers situatie valt
echter niet te verwachten dat medicatie daarbij op afzienbare termijn kan worden gemist.
In de loop van 2008 is het Risperdal Consta depot gestaakt en thans wordt hem alleen Cisordinol toegediend. Die medicatie is noodzakelijk voor klager om acceptabel te functioneren in de inrichting. Hij is geplaatst op een prikkelarme afdeling, een
afdeling voor (zeer) intensieve zorg, waar het ook om die reden beter met hem gaat. Er is een langzaam stijgende lijn te zien. De bedoeling is om toe te werken naar een plaatsing op een reguliere behandelafdeling, maar dat gaat heel moeizaam en klager
wil daar niet altijd met zijn behandelaar over spreken. Getracht wordt om een zo hoog mogelijk niveau van autonomie voor klager te bereiken. Behandelaars en overig personeel zijn heel druk met klager bezig. Hem is een verslavingsmodule aangeboden en
hij
heeft contact met de seksuoloog. Klager heeft echter bijna alle behandeling geweigerd.
In de Pompestichting heeft een hele reeks incidenten plaatsgevonden. Als gestopt wordt met dwangmedicatie komt klagers achterdocht terug, temeer wanneer hij op een afdeling is geplaatst waar hij meer prikkels ondervindt. In de locatie Vught ondervond
klager geen behandeldruk.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Hoewel het beklag gegrond is verklaard en de voorzitter het schorsingsverzoek heeft toegewezen, wordt klager nog steeds dwangmedicatie
toegediend. Na gegrondverklaring van het beklag is vijf dagen gestopt met dwangmedicatie. Het depot is veertien dagen werkzaam. Uit de overgelegde interculturele rapportage blijkt dat klager niet zo achterdochtig is als door de inrichting wordt
gesteld.
Uit dit onderzoek blijkt ook geen psychotische stoornis in engere zin en ook geen autistische stoornis. De inrichting reageert hierop door te stellen dat op het moment dat het onderzoek werd afgenomen klager perfect was ingesteld op medicatie en dat
hij
daardoor rustiger en redelijker was.
Telkens wordt teruggegrepen op een incident dat twee jaar geleden heeft plaatsgevonden. Gesteld wordt dat klager een kopstoot heeft toegediend, maar hij stootte per ongeluk met zijn hoofd tegen iemand aan. Ook is hem verweten dat hij een mes heeft
gepakt, maar dat ging om een plastic mes dat klager pakte om brood mee te snijden.
De inrichting heeft geen second opinion laten uitbrengen. In de tijd dat klager in de Pompestichting, locatie Vught, verbleef is circa anderhalf jaar geen depot toegediend. Hij voelde zich toen een stuk beter.
Het klopt dat klager niet altijd over zijn behandeling wil spreken. Ze zeggen het één en doen het ander. Hij heeft er geen vertrouwen in. Als klager goed gedrag vertoont, wordt gezegd dat dat door de dwangmedicatie komt. Het depot Risperdal Consta is
afgebouwd en niet gestopt in verband met de bijwerkingen. Door de bijwerkingen kan hij niet meer goed tekenen, schrijven en lassen. Hij is ook flink aangekomen door de medicatie.
Klager is niet autistisch maar een gewone crimineel die fout is geweest.

3. De beoordeling
Uit de schriftelijke toelichting van 15 september 2008 en de mondelinge toelichting ter zitting van de beroepscommissie door en namens het hoofd van de inrichting is gebleken dat, anders dan door de beklagcommissie is overwogen, de inrichting wel een
extern deskundige heeft geconsulteerd en er inmiddels een second opinion is uitgebracht. Het in artikel 35, eerste lid, Rvt bedoelde verbeterplan is alsnog overgelegd en gebleken is dat er wel onderzoek is verricht naar eventuele aanpassing van klagers
medicatie opdat hij minder bijwerkingen zou ondervinden. Klagers medicatie is inmiddels ook daadwerkelijk aangepast. Overigens acht de beroepscommissie het zeer wenselijk dat dergelijke informatie in eerste instantie al aan de beklagcommissie wordt
verstrekt.
De beroepscommissie acht op grond van de stukken en de toelichting ter zitting aannemelijk geworden dat de geconstateerde verbetering in klagers gedrag op de afdeling
- verdere gewelddadige incidenten zijn uitgebleven - kon worden toegeschreven aan het gebruik van (dwang)medicatie en klagers verblijf in een prikkelarme setting en dat nu klager weigerde om deze medicatie vrijwillig in te nemen, het in de zin van
artikel 33, tweede lid, Rvt noodzakelijk was om klager dwangmedicatie toe te dienen. Dit maakt dat de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand kan blijven. De beroepscommissie zal het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond verklaren, de
uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.
De beroepscommissie merkt tenslotte op dat het geen pas heeft wanneer een beklag gegrond is verklaard en de voorzitter van de beroepscommissie de tenuitvoerlegging van de uitspraak niet heeft geschorst - het instellen van beroep heeft immers gelet op
het bepaalde in artikel 67, vierde lid, Bvt geen schorsende werking - om de uitspraak van de beklagcommissie naast zich neer te leggen en zonder meer door te gaan met de toediening van dwangmedicatie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven