Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/38180/TA, 4 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/38180/TA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    4 april 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld omdat in strijd is gehandeld met het Protocol a-behandeling.

De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 19 december 2023 het beklag ongegrond verklaard (PZ 2023/29). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het Protocol a-behandeling vermeldt nadrukkelijk het begrip ‘psychiater’ en de begrippen ‘huisarts’ en ‘verpleegkundige’ als verschillende begrippen. Zijn beklag moet daarom gegrond worden verklaard.

Standpunt van het hoofd van de instelling
Uit de toelichting op artikel 34c van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden (Rvt) blijkt dat het bezoek kan plaatsvinden door een psychiater. Klagers behandelend psychiater bezoekt klager in ieder geval iedere twee weken om in gesprek te gaan over de dwangbehandeling. Klager is zelden op de afgesproken tijd aanwezig of wil niet met de psychiater in gesprek. Het is klager meermaals uitgelegd dat hij, mocht hij dat willen, ook schriftelijk contact kan zoeken met de psychiater en dat hij een afspraak kan maken met de huisarts. Recent heeft klager aangegeven dat hij niet meer wil dat zijn behandelend psychiater hem bezoekt.

3. De beoordeling
Klager stelt dat in strijd met punt 12. van het Protocol a-behandeling is gehandeld, nu hij door de behandelend psychiater is bezocht, terwijl hij overeenkomstig bedoeld protocol dient te worden bezocht door een arts of een verpleegkundige. Volgens klager is er een duidelijk verschil tussen de begrippen ‘psychiater’ en ‘arts of verpleegkundige’. 

In het ‘Protocol a-behandeling’ is onder punt 12. het volgende opgenomen.
             

Wat             

controle bezoek

 

Wie             

arts of verpleegkundige

 

Uitleg

tijdens de periode van a-behandeling wordt de patiënt zo vaak als nodig door de arts of verpleegkundige bezocht. Een verslag hiervan wordt in het verpleegdedossier opgenomen.

       
Dit komt overeen met hetgeen in artikel 34c van het Rvt is opgenomen, te weten dat de verpleegde gedurende de periode dat de a- of b-dwangbehandeling of de gedwongen geneeskundige handeling wordt verricht, zo vaak als nodig is bezocht wordt door een arts of in diens opdracht een verpleegkundige. 

Blijkens de Nota van toelichting bij artikel 34c van het Rvt wordt de verpleegde “gedurende de periode dat de behandeling onvrijwillig wordt verricht en de periode die daarop volgt frequent bezocht door een arts (psychiater) of in diens opdracht een verpleegkundige” (Stb. 2013, 99, p. 30). 
Onder 1.5 van deze Nota van toelichting is vermeld dat de behandelend arts verantwoordelijk is voor de uitvoering van de geneeskundige behandeling en dat ingeval van a- of b- dwangbehandeling de behandelend arts een psychiater zal zijn. 

Anders dan klager meent valt hieruit af te leiden dat in het Protocol a-behandeling onder 12. met ‘arts’ (ook) bedoeld wordt een psychiater. 

Gelet op het vorenstaande is niet gebleken is dat de instelling heeft gehandeld in strijd met de uitvoering van het Protocol a-behandeling.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard
met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 4 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. van Holten, voorzitter, drs. U.A. Breedijk en mr. M.J.H. van den Hombergh, leden, bijgestaan door mr. S. Prinsen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven