Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1308/GA, 26 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 08/1308/GA

betreft: [klager] datum: 26 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 23 mei 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.F.E. Sprenkels, en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.
De beroepscommissie heeft de directeur na de zitting schriftelijk verzocht om nadere inlichtingen. Door en namens de directeur zijn op 25 juli 2008, 1 augustus 2008 en 7 augustus 2008 en 8 augustus 2008 schriftelijk nadere inlichtingen verstrekt. Die
inlichtingen zijn ter kennisneming aan klager en zijn raadsman gezonden. Klager heeft bij schrijven van 5 en 12 augustus 2008 nader gereageerd op de inlichtingen van de directeur. Die reacties zijn ter kennisneming aan de directeur gezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van goederen bij gelegenheid van een overplaatsing vanuit de gevangenis Ter Apel naar (uiteindelijk) de gevangenis De IJssel.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaald dat bij nadere beslissing zal worden vastgesteld of aan klager een tegemoetkoming moet worden toegekend.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft contact laten opnemen met de badafdeling van de penitentiaire inrichting Ter Apel. In het dossier van Ter Apel bevindt zich een verklaring van klager, inhoudende dat hij alle in bewaring genomen goederen in ontvangst heeft genomen.
Vanuit Ter Apel zijn vijf dozen met goederen van klager naar De IJssel verzonden. Die dozen zijn in De IJssel ook ontvangen. Daarnaast is er voor klager een postpakket in ontvangst genomen en aan hem uitgereikt. Van die vijf dozen zijn er twee dozen,
althans de inhoud daarvan, aan klager uitgereikt. In het postpakket zaten – voor zover de directeur zich dat kan herinneren – agenda’s. Momenteel staan er in het magazijn van de locatie De IJssel nog vier aan klager toebehorende dozen. Volgens de
badmeesters in Ter Apel, die aangeven zich een en ander nog goed te kunnen herinneren, heeft klager bij zijn vertrek twee grote tassen meegenomen naar Maashegge. Daarnaast geldt nog dat, als alle goederen die klager claimt daadwerkelijk aanwezig waren
geweest, er veel meer dozen hadden moeten zijn dan klager stelt. Door de inrichting is de hoeveelheid goederen die verzonden zijn ontvangen. De badmeester van de IJssel heeft inderdaad niet getekend op het formulier. Dat is op zich een fout van dat
personeelslid. De eigendommen van klager zijn niet in het centraal magazijn van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) opgeslagen maar in het magazijn van Ter Apel.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Toen klager vanuit Ter Apel werd overgeplaatst naar de locatie Maashegge, heeft hij zelf niets meegenomen. Al zijn eigendommen zijn vanuit Ter Apel in een aantal dozen verzonden naar Overloon. Klager was aanwezig bij het inpakken daarvan. In Ter Apel
is
een lijst gemaakt van goederen die verzonden werden. Vervolgens is alles ‘verzegeld’. Klager heeft zelf, buiten een klein plastic tasje, niets meegenomen. Dat was niet nodig omdat hij het volgende weekeinde verlof zou krijgen. Klager heeft geen
sieraden
meegekregen vanuit Ter Apel. Reden daarvoor was het vroege tijdstip van vertrek uit de inrichting. Klager vindt dat hij bij het uitpakken van de uit Ter Apel gekomen dozen aanwezig had moeten zijn. De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard.
Zij heeft daarbij overwogen dat de verzendende inrichting aansprakelijk is tot moment van tekenen voor ontvangst. De lijst van vanuit Ter Apel verzonden goederen strookt niet met de lijst die klager in de IJssel kreeg. Klager is van mening dat de voor
hem in De IJssel aangekomen dozen buiten zijn aanwezigheid zijn geopend.

Klager heeft (schriftelijk) nog het volgende aangevoerd. Anders dan de directeur heeft verklaard, zijn vanuit de gevangenis Ter Apel alle eigendommen doorgezonden naar de gevangenis Torentijd. Van daaruit zijn alle goederen naar de gevangenis De IJssel
gezonden. In de IJssel is getekend voor ontvangst van de goederen en een en ander is daar toen buiten aanwezigheid van klager gecontroleerd. Op de door de directeur toegezonden lijst van zich in De IJssel bevindende goederen, bevinden zich ook goederen
die later via de post zijn ingevoerd. Nog onlangs heeft klager geconstateerd dat zijn goederen waren verdeeld over vier dozen, terwijl een en ander gemakkelijk in twee dozen geplaatst had kunnen worden. Klager heeft zelf geen twee tassen meegenomen
vanuit Ter Apel. Klager kan niet zwaar tillen. Het gaat klager om de goederen die zich bevonden moeten hebben in de vijf dozen die afkomstig waren vanuit de gevangenis Ter Apel en om één doos afkomstig uit de gevangenis Torentijd. Die laatste doos
wordt
door de directeur in zijn nadere reactie niet genoemd.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager op 23 april 2007 op eigen gelegenheid is vertrokken uit Ter Apel en dat hij toen, naar uit nader ingewonnen informatie voldoende blijkt, een deel van zijn goederen in een of twee tassen heeft meegekregen naar Maashegge, waar hij
zich die dag moest melden. Niet aannemelijk is dat, zoals betrokkene heeft verklaard, hij in verband met zijn arbeidsongeschiktheid niet in staat zou zijn een of twee tassen met zich mee te voeren. Klager is op die datum, naar hij stelt, Maashegge niet
binnengekomen, omdat het in verband met een staking in het openbaar vervoer te laat was geworden. Vast staat dat klager zich vervolgens ook de volgende dag niet heeft gemeld, doch zich aan verdere detentie heeft onttrokken en pas ongeveer zes maanden
later weer is gearresteerd. Mede daardoor kan ook niet meer vastgesteld worden wat er in de meegevoerde tassen heeft gezeten.
In Ter Apel zijn bij zijn vertrek de goederen van klager geïnventariseerd. Goederen van klager zijn uiteindelijk op 17 oktober 2007 in vijf dozen vanuit Ter Apel verzonden naar De IJssel, zoals uit de vrachtbrief blijkt. Naar op grond van de nadere
informatie moet worden aangenomen waren eerder zes dozen verzonden. De dozen zijn echter, met uitzondering van een doos, weer in Ter Apel geretourneerd toen klager zich niet gemeld bleek te hebben bij Maashegge. De zesde doos was blijkbaar tijdens de
duur van klagers ontvluchting in De Torentijd terechtgekomen en gebleven, en vandaar na klagers arrestatie naar De IJssel gezonden. Ook uit het klaagschrift van klager van 29 november 2007 blijkt, dat uiteindelijk zowel goederen uit Ter Apel als uit De
Torentijd in De IJssel zijn ontvangen. Dat strookt ook met de nadere inlichtingen van de directie over het uit De Torentijd ontvangen postpakket.

Op meergenoemde inventarislijst van Ter Apel is ten aanzien van het horloge en de sieraden een speciale mededeling geplaatst, te weten ‘niet meegeven kluis’. Op grond daarvan is niet aannemelijk dat de sieraden per doos zijn verzonden en aan de
vervoerder zijn meegegeven. De directeur heeft ook onweersproken gesteld dat het niet gebruikelijk is dergelijke waardevolle voorwerpen per doos te verzenden. Bij vertrek uit Ter Apel heeft klager verder schriftelijk verklaard dat hij eerder in
bewaring
gegeven goederen heeft ontvangen.

Nadat de ontvangende inrichting voor ontvangst van die dozen had getekend, ging de verantwoordelijkheid voor schade of vermissing op haar over. De beroepscommissie stelt voorop dat, gelet op het voorgaande en in het bijzonder op de omstandigheid dat
klager goederen uit Ter Apel heeft meegekregen, doch zich niet in Maashegge heeft gemeld, niet kan worden vastgesteld dat alle door klager vermelde goederen die op de inventarislijst staan doch niet door hem zijn ontvangen, tijdens het transport van
Ter
Apel naar – uiteindelijk - De IJssel vermist geraakt zijn. In het bijzonder is dat onaannemelijk ten aanzien van de genoemde sieraden. Dat er goederen vermist zijn staat echter wel vast. Zo is bijvoorbeeld onaannemelijk dat klager een flatscreen
televisie of een radio-cd speler zelf vanuit Ter Apel zou hebben meegenomen.
Klager heeft ook onweersproken gesteld dat hij niet aanwezig is geweest bij het uitpakken en het controleren van de inhoud van de binnengekomen dozen.

Het voorgaande brengt mee dat het beroep ongegrond is en de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden moet worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 26 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven