Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39322/GA, 25 maart 2024, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/39322/GA

              

Betreft  [klager]

Datum  25 maart 2024

 

Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum van het Justitieel Complex Zaanstad (hierna: de directeur) heeft op 18 december 2023 beslist dat klager wordt verplicht tot het ondergaan van een onvrijwillige geneeskundige behandeling, als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) (hierna: a dwangbehandeling), voor de duur van drie maanden.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Op 7 maart 2024 heeft mr. K.C. van de Wijngaart zich als raadsvrouw in deze zaak gesteld.

 

2. De ontvankelijkheid

De beroepsrechter stelt vast dat de directeur de definitieve beslissing tot toepassing van de a-dwangbehandeling op 18 december 2023 voor de duur van drie maanden heeft genomen. Het beroepschrift van klager is gedateerd op 20 februari 2024 en op 4 maart 2024 bij de RSJ ontvangen. Klager beklaagt zich over de injecties die hij krijgt toegediend. Uit de stukken blijkt niet dat klager sinds de beslissing tot toepassing van de a-dwangbehandeling van 18 december 2023 andere beslissingen heeft ontvangen met betrekking tot de dwangbehandeling. 

De beroepsrechter overweegt dat alleen tegen een definitieve beslissing tot toepassing van a-dwangbehandeling (als bedoeld in artikel 46e, eerste lid, van de Pbw) rechtstreeks beroep kan worden ingesteld binnen zeven dagen na uitreiking van de bestreden beslissing die op 20 december 2023 heeft plaatsgevonden. Het had dan ook op de weg van klager gelegen om beroep in te stellen tegen de definitieve beslissing tot toepassing van de a-dwangbehandeling voor de duur van drie maanden. Dat heeft klager nagelaten. Gedurende de toepassing van de a-dwangbehandeling gedurende die drie maanden is het vervolgens niet mogelijk om beroep in te stellen tegen elke aparte toediening van medicatie. Gelet op het voorgaande dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

 

4. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

Deze uitspraak is op 25 maart 2024 gedaan door mr. J.B. Oreel, beroepsrechter, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven