Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37028/GM, 15 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:15-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/37028/GM
    
            
Betreft    klager
Datum    15 maart 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

klager (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingspsychiater van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen (hierna: de inrichtingspsychiater). Klager beklaagt zich erover dat hij bijwerkingen ervaart van de medicatie die de psychiater voorschrijft.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en mevrouw [...], psychiater, namens de inrichtingsarts gehoord op de digitale zitting van 13 februari 2024.

Klager heeft bij aanvang van de zitting gevraagd waar zijn advocaat is. Hij wil worden bijgestaan door mr. E.K.B. Bijl van Spong Advocaten in Amsterdam. De voorzitter heeft aangegeven dat die wens niet eerder bij de RSJ bekend was en dat zich nog geen advocaat heeft gesteld voor klager. Afgesproken wordt dat van de behandeling ter zitting een verslag wordt gemaakt en dat mr. Bijl, als zij zich als advocaat voor klager stelt, de gelegenheid krijgt daarop schriftelijk te reageren.
Van mr. Bijl, die zich alsnog in deze procedure voor klager heeft gesteld, is op 6 maart 2024 een schriftelijke reactie ontvangen.

 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft door het depot Cisordinol hersenbeschadiging opgelopen. Toen werd gestopt met de injecties en met de druppelbehandeling is begonnen, is de trilling minder geworden. Klager doelde met zijn klacht alleen op de toediening van het middel via injecties. Hij vraagt schadevergoeding voor de slechte ervaring die hij met de injecties heeft gehad. Hij kreeg deze één keer in de twee weken gedurende ongeveer drie maanden. De trilling is niet helemaal weggegaan. Hij heeft nu nog steeds af en toe last van trillingen, maar het is wel minder dan toen hij de medicatie in depotvorm kreeg. Hij kreeg een ander middel voor de bijwerkingen (Akineton), maar dat werkte niet.

Namens klager is in aanvulling daarop aangevoerd dat de medische dienst zijn klachten door de dwangmedicatie in de vorm van injecties (trillingen aan de linkerarm en hersenschade) niet serieus heeft genomen. Op 10 oktober 2023 is een reactie ontvangen op klagers klacht van 12 september 2023. Klager werd aangeraden om zijn klachten met de behandelaren te bespreken en samen naar een oplossing te zoeken. Uit klagers brief van 14 oktober 2023 volgt dat hij eerder heeft verzocht om bemiddeling (door de medisch adviseur). Hij wilde wel in gesprek met de behandelaren maar had het gevoel dat er geen ruimte was voor een gesprek, omdat de dwangmedicatie toch werd voortgezet. Ondanks dat de injecties zijn vervangen door een druppelbehandeling, ervaart klager nog steeds de klachten die hij toeschrijft aan de gedwongen injecties. De handelwijze van of namens de inrichtingsarts is niet juist geweest. Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de inrichtingspsychiater
In de rapportage van haar collega is vanaf klagers binnenkomst weergegeven wat er allemaal is gebeurd en gedaan. Daaruit blijkt dat klager serieus is genomen. In het algemeen kunnen trillingen optreden bij het gebruik van een antipsychoticum. Klager zag helemaal geen noodzaak voor antipsychotica, maar het was wel heel belangrijk dat hij een antipsychoticum kreeg en daar is met hem over gesproken. Op een gegeven moment is de inrichtingspsychiater ertoe overgegaan Cisordinol in druppelvorm toe te dienen waarbij de bloedspiegel is gemonitord. Klager is gezien door de huisarts die geen reden zag om aan een hersenbeschadiging te denken. Je verwacht als bijwerking eerder symmetrische trillingen, dus zowel links als rechts, en niet dat er maar aan één kant trillingen zijn. Een andere mogelijke verklaring voor het trillen, is het letsel aan klagers linker pols met functieverlies aan de linkerhand, dat klager aan een auto ongeval op 21 jarige leeftijd heeft overgehouden.
Met klager is het gesprek gevoerd. Hij verzet zich tegen een antipsychoticum, maar neemt deze nu wel in druppelvorm in het kader van een a-dwangbehandeling. Klager wilde geen switch naar een ander middel om te proberen de bijwerking te verminderen. De psychiater ziet in de rapportages dat de trilling inmiddels niet meer naar voren komt. Dat kan met de dosering te maken hebben, in depotvorm komt het medicijn in één keer in het lichaam. De medische dienst heeft zich maximaal ingespannen om goede zorg te leveren.

 

 

3. De beoordeling
Gezien klagers toestandsbeeld was het noodzakelijk dat hij een antipsychoticum gebruikte. Uit de stukken en wat ter zitting is besproken komt naar voren dat de inrichtingspsychiater rekening heeft gehouden met de door klager door het gebruik daarvan ervaren bijwerkingen. Klager is gezien door de huisarts die geen reden had om van een hersenbeschadiging uit te gaan. Bijwerkingen zoals trillen kunnen optreden bij het gebruik van een antipsychoticum. Met klager is meerdere keren over de medicatie gesproken, maar hij verzette zich tegen het gebruik van een antipsychoticum en tegen een switch naar een ander vergelijkbaar middel waardoor de bijwerkingen mogelijk zouden kunnen verminderen. De inrichtingspsychiater is er uiteindelijk toe overgegaan Cisordinol in druppelvorm toe te dienen en daarbij de bloedspiegel te monitoren. Sindsdien zijn de trillingen afgenomen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de handelwijze van de inrichtingspsychiater, die oog heeft gehad voor de door klager ervaren bijwerkingen en naar een oplossing heeft gezocht, niet onzorgvuldig kan worden genoemd.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingspsychiater niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 15 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven