Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35623/GM, 11 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:11-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35623/GM
    
            
Betreft    klager
Datum    11 maart 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

klager (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. M.N. Greeven, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat zijn rugklachten niet serieus worden genomen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw, mevrouw [...], hoofd zorg en de heer [...], huisarts, gehoord op de digitale zitting van 13 februari 2024.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het doel van het beroep is dat klager kan starten met het revalidatietraject en de pijnstiller kan afbouwen. Niet ter discussie staat dat sprake is van discusdegeneratie en mogelijk van een hernia. Het advies van de neuroloog en neurochirurg ten aanzien van de rugklachten van klager is een langdurige revalidatie door middel van fysiotherapie/ergotherapie/arbotherapie. Klager dient gedurende een periode van zeker zes maanden meerdere behandelingen per week te ondergaan. De medisch adviseur betwist dat sprake is van een acute medische situatie. Klager begrijpt dat niet. Klager heeft elke dag rugpijn en slikt een zware pijnstiller, tramadol. Ook een aantal argumenten van de inrichtingsarts is niet te volgen. Klager zou in juni 2023 hebben aangegeven dat hij de medicatie zo goed vindt en geen verandering wenst, terwijl klager juist van de medicatie af wil. Hij wil geen proefkonijn zijn. Daar kan verwarring over zijn ontstaan. Fysiotherapie werkt goed als klager dat in voldoende mate krijgt aangeboden. Dat kan de PI niet bieden. Intensivering van fysiotherapie is niet mogelijk. In het gespreksverslag van het hoofd zorg staat dat klager al wekenlang geen fysiotherapeut heeft gezien. Klager vindt dat de inrichting haar zorgplicht verzaakt, terwijl het advies van de neuroloog en neurochirurg helder is en niet wordt betwist. De huisarts is geen medisch specialist. Klager wordt niet de zorg geboden die hij nodig heeft. De fysiotherapeut die er nu is, komt om in het werk. Klager heeft geluk als hij deze eenmaal in de twee weken te zien krijgt. Het meewerken met een vitaalcoach staat niet in eerdergenoemd advies. Klager wil daarover wel in gesprek gaan, maar dan moet die vitaalcoach wel iets kunnen bieden. Anders voegt dat niets toe. Er wordt niet ingegaan op het gebruik van tramadol. Dat is een zwaar middel en het is niet de bedoeling dat dit twee jaar of langer wordt geslikt.  
De vitaalcoach is ook geen specialist in rugklachten. Die is van alle markten thuis en helpt ook bij afvallen of stoppen met roken. Dat is niet een serieus alternatief voor de therapieën die worden geadviseerd door de neuroloog en neurochirurg. 

Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de inrichtingsarts
De raadsvrouw doet een aantal aannames die niet helemaal juist zijn. Het is hoogst onzeker dat er een relatie is tussen de discusdegeneratie en de pijnklachten die klager ervaart. Er zijn geen zinvolle operatieve opties, zoals ook in het advies van de neuroloog en neurochirurg staat. De huisarts heeft daarna nog overleg gepleegd over de vraag of een discusvervanging een optie is. Het antwoord was nee. Het advies is om intensieve oefentherapie te volgen. De oorzaak van de pijn is niet duidelijk. Dat is het geval bij het merendeel van de mensen met rugklachten. De oplossing zit in oefentherapie. De patiënt is er zelf verantwoordelijk voor om de oefeningen vol te houden en in beweging te komen. Feit is dat er binnen de PI beperkte bewegingsruimte is. De vitaalcoach is een mooie optie waar klager baat bij zou kunnen hebben. Klager krijgt dan hulp bij het verbeteren van zijn conditie. Het betreft een combinatiepakket van oefentherapie, voeding en motivatie. De huisarts staat helemaal achter klagers wens om de tramadol af te bouwen. Dat betekent echter ook dat hij meer pijn gaat krijgen en klager wil geen vervanging door een andere pijnstiller. In het toegevoegde medische stuk is nog sprake van alternatieve geneeskunde. Dat zijn andere principes dan waarvan de huisarts uitgaat en die neemt hij dan ook niet mee in zijn beoordeling.    

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid
De beroepscommissie stelt vast dat klager in zijn oorspronkelijke klacht van 5 juni 2023 geen melding maakt van het willen afbouwen van pijnstilling. Dat brengt klager eerst in het voorbemiddelingsgesprek op 22 juni 2023 met het hoofd zorg naar voren. Nu de medisch adviseur de klacht over de afbouw van pijnstilling (ook) niet heeft meegenomen in de bemiddeling, laat de beroepscommissie deze buiten haar beoordeling in beroep. 

Inhoudelijk
Naar het oordeel van de beroepscommissie kan het ingezette beleid van de inrichtingsarts met betrekking tot klagers rugklachten, gezien de stukken en wat ter zitting is besproken, als zorgvuldig worden aangemerkt. De inrichtingsarts heeft na meerdere controles en eerdere onderzoeken een beleid uitgezet voor klager en hem uitgelegd dat hij binnen detentie in aanmerking komt voor fysiotherapie en kan deelnemen aan het programma van de vitaalcoach. Klager wil tot nu toe niet aan dat programma deelnemen. De beroepscommissie acht het niet van onzorgvuldigheid getuigen dat van klager wordt verwacht dat hij hier eerst aan meewerkt, voordat wordt gekeken naar een eventueel revalidatietraject buiten de PI.   

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 11 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven