Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2376/GV, 16 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2376/GV

betreft: [klager] datum: 16 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 september 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager hoort voor het eerst dat te lage kreatininegehalten bij hem zijn aangetroffen. Hij heeft hiervoor geen sanctie of disciplinaire straf gekregen. Op 15 juli 2008 heeft de beroepscommissie een beroepszaak behandeld dat ook het kreatininegehalte
betrof. Klager gebruikt Citalopram en de bijwerking daarvan is dat hij te veel urine produceert. De urinecontroles van 3 juli 2008 en 7 juli 2008 zijn niet naar voren gebracht, terwijl klager de controles kreeg in verband met het bezoek van de
beroepscommissie. Klager vraagt zich af waarom het verzoek om verlof wordt afgewezen, terwijl hij nooit wat gehoord heeft over deze urinecontroles.
30 augustus 2008 zou klagers verlofdag zijn. Het b.s.d. had dat goedgekeurd, maar de betreffende persoon van het b.s.d. was met vakantie en het verlof ging niet door. Ongeveer drie weken later ontving klager het bericht dat het verzoek was afgewezen.
De
uitslagen van de kreatininegehalten heeft klager nooit gezien en hij kon dan ook geen contra-expertise aanvragen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is geen algemeen verlof verleend vanwege de te lage kreatininegehalten (1,1 mmol/l en 0,6 mmol/l) bij twee urinecontroles van 3 juli 2008 en 7 juli 2008. Een kreatininegehalte lager dan 2,0 mmol/l duidt op verdunde urine en verdunde urine is
moeilijk
te traceren op de aanwezigheid van drugs en/of alcohol. Dat kan betekenen dat een gedetineerde het gebruik van deze middelen heeft willen verdoezelen. Het DOB-beleid is dat de gedetineerde gedurende een periode van zes maanden niet in aanmerking komt
voor algemeen verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis/ISD Zutphen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het Coördinatiebureau Terugdringen Recidive (TR) adviseert positief, omdat klager een begin heeft gemaakt met het stoppen van softdrugsgebruik.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Leeuwarden heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening. (De beroepscommissie gaat er vanuit dat de naam een verschrijving is, nu de geboortegegevens overeenkomen met die van klager.)

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 3 juni 2009. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van vijf dagen te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

In het advies van de directeur van de gevangenis/ISD Zutphen staat dat klager in de periode 9 oktober 2007 tot en met 7 april 2008 positief is bevonden op softdrugsgebruik. Op 3 juli 2008 en 7 juli 2008 is sprake van te lage kreatininegehalten
(respectievelijk van 1,1 mmol/l en 0,6 mmol/l) in de urine van klager. Uit de rapportage van het Coördinatiebureau TR van 10 september 2008 volgt dat klager is begonnen met het zich onthouden van softdrugsgebruik.
Voorts heeft de beroepscommissie ambtshalve kennisgenomen van klagers beroepszaak met nummer 08/1134/GA. Dat beroep was ingesteld tegen de ongegrondverklaring van een beklag, gericht tegen een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een
strafcel, wegens een te laag kreatininegehalte bij een urinecontrole. In deze zaak is nog geen uitspraak gedaan. De beroepscommissie baseert zich dan ook op de uitspraak van de beklagcommissie.
Hoewel het lovenswaardig is dat klager zich tracht te onthouden van softdrugsgebruik, is de beroepscommissie van oordeel dat voornoemde omstandigheden – in onderlinge verband en samenhang bezien – forse contra-indicaties vormen voor verlofverlening en
dat deze, ondanks de positieve adviezen, een afwijzing van klagers verlofaanvraag thans rechtvaardigen. De beslissing van de Staatssecretaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in
artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven