Nummer 23/31499/GA
Betreft [klager]
Datum 4 maart 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag tegen de beslissing van de directeur tot inbeslagname van klagers leesboek(en).
De beklagcommissie bij de PI Arnhem heeft op 13 januari 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50 (A-2022-417). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Nadat het brandalarm afging, is in de afzonderingscel van klager een leesboek met daarin verstopte lucifers gevonden. Daarnaast zijn er ook stukjes verbrand papier in het toilet van klagers cel gevonden en was het ventilatierooster afgeplakt. Klager verbleef op het moment van de poging tot brandstichting al in een afzonderingscel. Om die reden is ervoor gekozen een ordemaatregel inhoudende cameratoezicht op te leggen. Daarbij is, in het kader van de veiligheid voor de gedetineerden en het personeel in de PI, de lectuur in beslag genomen.
Standpunt van klager
Klager heeft in beroep zijn standpunten niet nader toegelicht.
3. De beoordeling
Aan klager is een ordemaatregel opgelegd, omdat hij verdacht werd van een poging tot brandstichting in zijn cel. De directeur heeft geconstateerd dat er lucifers in een boek in klagers cel waren verstopt. Daarbij lag er verbrand papier in zijn toilet en was het ventilatierooster afgeplakt. Klager verklaart dat hij een sigaret aan het roken was en dat daarom het brandalarm afging. Het ventilatierooster had hij afgeplakt omdat er lawaai uitkwam. Volgens de directeur zijn de argumenten van klager ongeloofwaardig en was klager wel degelijk bezig met een poging tot brandstichting.
De beroepscommissie verstaat het beklag van klager als gericht tegen de inbeslagname door de directeur van klagers leesboek(en).
Op grond van artikel 34, in verbinding met artikel 29, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet is de directeur bevoegd om voorwerpen in de verblijfsruimte van een gedetineerde die niet in zijn bezit mogen zijn, in beslag te nemen.
De beroepscommissie stelt vast dat de constateringen in de cel van klager kunnen wijzen op brandstichting. De enkele stelling van klager dat hij een sigaret aan het roken was, verklaart onvoldoende waarom er verbrand papier in zijn toilet lag en waarom hij – zonder het personeel in te lichten over het geluid – zelf het ventilatiesysteem heeft afgeplakt. Naar het oordeel van de beroepscommissie is het in het kader van de veiligheid in de PI begrijpelijk dat de directeur ter voorkoming van brandstichting de leesboek(en) van klager in beslag heeft genomen. Het recht om lectuur te ontvangen, zoals bedoeld in artikel 24 van de Regeling straf- en afzonderingscel penitentiaire inrichtingen, is in deze kwestie van ondergeschikt belang, nu het gaat om het waarborgen van de veiligheid.
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Deze uitspraak is op 4 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. L. Veerkamp, secretaris.
secretaris voorzitter