Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34830/GA, 25 juli 2024, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Nummer    23/34830/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    25 juli 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de weigering om klagers bezoekster op 28 mei 2023 tot de inrichting toe te laten.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 3 juli 2023 het beklag ongegrond verklaard (G-2023-490). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

Op 20 juli 2023 heeft mr. M.M.J.P. Penners zich als raadsman van klager in deze zaak gesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

Op 28 november 2023 zijn nadere inlichtingen bij de directeur opgevraagd. De hierop ontvangen reactie van de directeur is op 12 december 2023 aan klager en zijn raadsman toegezonden.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Voor het betreden van de detectiepoort gaf de bezoekster al aan een bh te dragen. Vervolgens werd zij naar buiten gestuurd door een medewerkster, waar zij haar bh uitdeed. De bezoekster wist niet dat het niet was toegestaan om buiten haar bh uit te doen en daarna alsnog naar binnen te komen. Daarbij wordt opgemerkt dat de bezoekregels recent zijn aangescherpt. Voorheen was het geen probleem voor bezoekers om meerdere pogingen te doen om de PI Sittard te betreden. Het kan de bezoekster niet worden verweten dat zij niet direct op de hoogte is van deze aanscherping. De PI Sittard zou aan de start van een wijziging in de bezoekregels ook eerst een waarschuwing kunnen geven. Het is onredelijk om het bezoek per direct te weigeren, waardoor klager zijn bezoek misloopt. 

Daarnaast heeft klager nooit een schriftelijke mededeling van de weigering toelating van het bezoek ontvangen die met redenen is omkleed. Tot slot stelt klager dat hij niet 59 uur per week buiten zijn cel is, de PI winkel zijn macht misbruikt en dat bestelde pannen al vijf maanden onderweg zijn. 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur
Weigeren van bezoek wordt alleen schriftelijk medegedeeld als dit een weigering voor een langere periode betreft. Wanneer het gaat om eenmalig niet toelaten omdat het bezoek niet aan de voorwaarden voldoet volgt geen schriftelijke mededeling.

 

3. De beoordeling
In beroep heeft klager aangevoerd dat hij niet 59 uur per week buiten zijn cel mag verblijven, de PI winkel zijn macht misbruikt en dat bestelde pannen al vijf maanden onderweg zijn. Dit valt echter buiten de reikwijdte van het beklag. De beroepscommissie zal dit daarom buiten beschouwing laten.

Op grond van artikel 38, derde lid, in verbinding met artikel 36, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan de directeur de toelating tot de gedetineerde van een bepaald persoon weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting, de bescherming van de openbare orde of nationale veiligheid, de voorkoming of opsporing van strafbare feiten, of de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven. Deze weigering geldt voor ten hoogste twaalf maanden.

Op grond van artikel 58, eerste en tweede lid, onder b., van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde van de beslissing tot weigering van het bezoek onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling. Vast staat dat er geen schriftelijke mededeling van de ontzegging van het bezoek aan klager is uitgereikt. Gelet daarop zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om alleen hiervoor een tegemoetkoming toe te kennen, omdat niet is gebleken dat klager enig nadeel heeft ondervonden. Hij heeft het beklag immers op tijd ingediend.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt. Uit de stukken blijkt dat op 28 mei 2023 de bezoekster van klager de toegang tot de inrichting is ontzegd. Aanleiding voor de weigering van deze bezoekster was dat zij haar bh uitdeed in een daar niet voor bestemde ruimte, terwijl haar door het personeel is medegedeeld dat dit niet is toegestaan. Zij heeft de aanwijzingen van het personeel aldus niet opgevolgd. Daarmee heeft zij volgens de directeur de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting verstoord. Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur in redelijkheid de toelating van klagers bezoekster kon weigeren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 


Deze uitspraak is op 25 juli 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter

Naar boven