Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35838/GM, 23 februari 2024, Beroep
Uitspraakdatum:23-02-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35838/GM
    
            
Betreft    klager
Datum    23 februari 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

klager (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de penitentiaire inrichting (PI) Veenhuizen, locatie Norgerhaven (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich over het niet (meer) verstrekken van het middel quetiapine.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en mevrouw K. Tieland namens zijn raadsvrouw gehoord op de digitale zitting van 13 februari 2024.
Het hoofd zorg heeft zich schriftelijk afgemeld voor de zitting.

 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De medicatie is stopgezet door de verpleegkundige. Dat had niet gemogen want dat moet door de arts of de psychiater gebeuren. Er is over het stopzetten geen uitleg gegeven aan klager. Het opsparen van medicatie is iets om te bespreken met klager, maar dat is ook niet gebeurd. Klager gebruikte de medicatie (quetiapine) al jaren. De psychiater heeft dat aan klager voorgeschreven. Klager heeft zijn emoties dan beter onder controle en hij slaapt er beter van. Zonder de medicatie is dat heel moeilijk voor klager. Na het stopzetten van de medicatie heeft klager een kort gesprek gehad. Dit ging niet over de medicatie, maar over zijn moeder. Ook werd gezegd dat hij zich in plaats van met zijn medicatie beter kon bezighouden met zijn strafzaak. Klager voelt zich niet serieus genomen en wil een second opinion. Die heeft hij nog steeds niet gehad. Klager heeft nog steeds dezelfde klachten en hem is onvoldoende zorg geboden. 
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van de klacht is aangevoerd dat de medicatie in april 2023 is stopgezet. Klager heeft gevraagd om een gesprek om de medicatie weer voorgeschreven te krijgen. Dat is niet gebeurd. Daarna heeft hij dit verzoek meer dan eens herhaald, zo ook in juli 2023. Vervolgens is door de raadsvrouw het verzoek om bemiddeling gedaan. 
Klager heeft nader toegelicht dat de medicijnen in vier rondes werden uitgereikt. De laatste ronde is om 22.00 uur ’s avonds. Het klopt dat hij wel eens pillen opspaarde. Die zijn gevonden bij een celcontrole. Het waren pillen die klager overdag niet innam, maar ’s avonds voor het slapengaan twee of als hij ’s nachts wakker werd ook weer twee. De medicatie is vervolgens niet meer voorgeschreven. Ook niet in de PI Zwolle waar hij sinds kort verblijft. Klager wil eerst de afloop van deze beroepszaak afwachten voordat hij opnieuw om quetiapine gaat vragen. Hij slaapt al langere tijd eigenlijk niet. Toen de quetiapine werd stopgezet heeft klager geen ander slaapmiddel gekregen, ook al heeft hij daar wel om gevraagd. Hij gebruikte quetiapine al een kleine twintig jaar. Eerst kwam hij binnen detentie via anderen daaraan, daarna heeft hij met de medische dienst gesproken en is het voorgeschreven. Klager heeft eerder in detentie pillen opgespaard en toen werd de verstrekking niet gestopt. Hij mocht toen vier tabletten bij zich houden. Klager krijgt nu alleen maagbeschermers, medicatie voor zijn prostaat en diclofenac op aanvraag. Naast de slaapproblemen ervaart klager dat hij zonder de medicatie agressiever is. Hij heeft een kort lontje. Dat is ook een van de redenen dat hij nu in de PI Zwolle zit. Er zijn meerdere meldingen over agressief gedrag van klager.

Standpunt van de inrichtingsarts
In verband met het opsparen van quetiapine is inderdaad de verstrekking daarvan aan klager gestopt. De huisarts heeft de psychiater ingeschakeld met de vraag of het middel herstart moest worden. De psychiater sprak klager op 23 mei 2023 over quetiapine. Het lukte de psychiater niet om met klager tot een adequaat gesprek te komen over de voorgeschiedenis, de klachten, de symptomen en de indicatie. Het in het verleden gebruiken van een middel is niet per se een indicatie voor gebruik in het heden. Mocht er een indicatie zijn, dan is het opsparen van de medicatie ook iets om met de psychiater te bespreken. Dit lukte dus niet. Klager wilde niets met de psychiater bespreken en herhaalde zichzelf telkens met de zin “Je geeft het of je geeft het niet”. Zodoende zag de psychiater geen indicatie en heeft hij de quatiapine niet opnieuw voorgeschreven.
Quetiapine is volgens het Farmacotherapeutisch Kompas geïndiceerd voor de behandeling van schizofrenie en als preventieve maatregel bij een manische of een ernstige depressieve episode in geval van een bipolaire stoornis. Daarnaast wordt quetiapine off label bij onder andere slapeloosheid voorgeschreven. De psychiater kent dit bij verschijnselen van een narcistische of borderline persoonlijkheidsstoornis. Het is begrijpelijk dat, als aan een patiënt off label medicatie wordt voorgeschreven, de psychiater een gesprek wil hebben over de voorgeschiedenis, de klachten, de symptomen en de indicatie. 
De link die de advocaat heeft meegestuurd (www.apotheek.nl/medicijnen/quatiapine#mag-ik-zomaar-met-dit-medicijn-stoppen) verwijst voornamelijk naar patiënten die eerder een psychose hebben doorgemaakt en een therapeutische dosering van 800 mg voorgeschreven hebben gekregen. De belangrijkste reden om niet zomaar te stoppen met quetiapine zijn niet de eventuele ontwenningsverschijnselen, maar is de kans op terugkeer van een psychose. Daarvan is geen sprake bij klager. 

 

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 71c, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet doet de gedetineerde, alvorens een beroepschrift in te dienen, een schriftelijk verzoek aan de medisch adviseur om te bemiddelen terzake van de klacht. Dit verzoek dient uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de klacht zich richt heeft plaatsgevonden, te worden ingediend.
Op grond van het dossier stelt de beroepscommissie vast dat in april 2023 is besloten om het middel quetiapine niet meer aan klager te verstrekken. In mei 2023 heeft een gesprek met de psychiater plaatsgevonden. Ter zitting is nader toegelicht dat klager daarna herhaaldelijk heeft verzocht opnieuw quetiapine aan hem te verstrekken, zo ook in juli 2023. Op 12 juli 2023 heeft klagers raadsvrouw namens klager een verzoek tot bemiddeling bij de medisch adviseur ingediend. In het licht van dit verloop acht de beroepscommissie klager ontvankelijk in zijn klacht. 

Inhoudelijk
Op het moment dat met quetiapine is gestopt gebruikte klager het middel al jaren. Quetiapine is een antipsychoticum dat in een lage dosering ook als slaapmiddel wordt voorgeschreven. De verstrekking van quetiapine is gestopt in april 2023, nadat was geconstateerd dat klager het middel had opgespaard. Op 23 mei 2023 heeft de psychiater met klager over het gebruik van quetiapine gesproken. 

De beroepscommissie is van oordeel dat deze gang van zaken, waarbij na jarenlang gebruik abrupt met quetiapine is gestopt, niet zorgvuldig is geweest. Uit de stukken kan worden opgemaakt dat de verpleegkundige in plaats van de huisarts of de psychiater heeft beslist om het gebruik van quetiapine te staken. Bovendien is niet meteen of bij voorkeur voorafgaand maar pas enkele weken later aan klager uitgelegd waarom hiertoe is besloten. Niet is gebleken dat er met klager is gesproken over het opsparen van de medicatie of dat is onderzocht of er andere mogelijkheden waren voor het verstrekken van het middel ter voorkoming van het opsparen en over de vraag of er een indicatie voor een (ander) slaapmiddel was. Onduidelijk is ook gebleven waarom het gebruik niet is afgebouwd. Op herhaalde verzoeken van klager is niet gereageerd en niet kenbaar is overwogen om wel of niet opnieuw tot het verstrekken van quetiapine over te gaan.

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €50,-. 

 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-. 

Deze uitspraak is op 23 februari 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven