Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32166/GM, 5 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:05-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32166/GM
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    5 maart 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat de aan hem voorgeschreven medicatie (dexamfetamine) van 40 milligram (mg) is verlaagd naar 
30 mg.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager kreeg per dag vier keer 10 mg dexamfetamine voorgeschreven door de psychiater. De psychiater besloot 10 mg voor de avond eraf te halen. In het bemiddelingsverslag staat dat klager dezelfde hoeveelheid medicatie heeft behouden, maar dat in plaats van vier keer 
10 mg, er is gekozen voor twee keer 15 mg en één keer 10 mg. Dat is onjuist. Klager krijgt slechts drie keer 10 mg voorgeschreven. Klager probeert al drie maanden een gesprek aan te gaan met de medische dienst over deze situatie, maar op zijn verzoeken wordt niet gereageerd. 

Standpunt van de inrichtingsarts
Als klager het niet eens is met het beleid van de psychiater, doet hij er verstandig aan om met de psychiater in gesprek te gaan. Klager heeft dit echter nagelaten. 

 

 

3. De beoordeling
Uit het medisch dossier, op 10 januari 2023, volgt dat de aan klager voorgeschreven dexamfetamine is verlaagd van (in totaal) 40 mg, naar (in totaal) 30 mg (verspreid over de dag). In zoverre klopt de stelling van klager. De reden dat deze medicatie is verlaagd is vanwege – zo blijkt uit het medisch dossier op 8 november 2022 – de innametijd: de medicatie werd eerder voorgeschreven om in te nemen om 21:00 uur. Uit het medisch dossier blijkt ook dat de medicatie, na overleg met klager, op 2 maart 2023 weer is verhoogd naar 40 mg. 
De voorgeschreven medicatie dient klager wel verspreid over de dag in te nemen, maar niet meer om 21:00 uur. Klager krijgt dus inmiddels weer 40 mg, maar moet dit op andere tijdstippen innemen.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is de verlaging en (op een later moment) de wijziging van het tijdstip van de inname van de dexamfetamine niet onredelijk omdat deze medicatie een ‘pepmiddel’ is. Het is niet gebruikelijk om deze medicatie kort voor het slapen in te nemen. Daarbij merkt de beroepscommissie op dat klager eerder niet in gesprek wenste te gaan met de psychiater over het medicatiebeleid, terwijl dit in eerste instantie wel de aangewezen route is als hij het niet eens is met het medicatiebeleid. 

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 5 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. M.I. van den Baar-Vroon, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven