Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/38918/SGA, 9 februari 2024, Schorsing
Uitspraakdatum:09-02-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/38918/SGA
    
            
Betreft    [Verzoeker]
Datum    9 februari 2024


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

 

1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft op 8 februari 2024 aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie en telefoonkaart, vanwege fraude bij een urinecontrole vanwege een te lage kreatininewaarde, ingaande op 8 februari 2024 om 13:15 uur.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (beklagkenmerk Nm-2024-157).

 

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Aan verzoeker is op 8 februari 2024 een disciplinaire straf opgelegd wegens fraude bij een urinecontrole vanwege een te lage kreatininewaarde. Verzoeker stelt dat hem geen bedenktijd en herhalingsonderzoek is aangeboden, terwijl hij recht heeft op 24 uur bedenktijd alsmede op een herhalingsonderzoek.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker is bestraft voor het frauderen bij een urinecontrole. Het is juist dat verzoeker niet is gewezen op de 24 uur bedenktermijn. Verzoeker heeft volgens de directeur vaker een te laag kreatininegehalte gehad, verzoeker is dan ook bekend met de procedure en hij had zelf aan kunnen geven gebruik te willen maken van het recht op bedenktijd en een herhalingsonderzoek. De directeur geeft aan dat verzoeker inderdaad geen herhalingsonderzoek is aangeboden. Volgens de directeur heeft verzoeker tijdens het gesprek met de directeur ook niet aangegeven dat hij 24 uur bedenktijd dan wel een herhalingsonderzoek wilde.

Op grond van artikel 5, tweede lid van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) wordt, indien het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is geconstateerd of wanneer de gedetineerde daarom verzoekt, de uitslag van het onderzoek aan de gedetineerde bekend gemaakt. Hierbij wordt de gedetineerde gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. Indien de mededeling mondeling wordt gedaan, legt het personeelslid dat de mededeling heeft gedaan schriftelijk vast dat en wanneer de mededeling is gedaan. Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Regeling heeft de gedetineerde het recht op een herhalingsonderzoek.

Uit de stukken komt naar voren dat verzoeker – in strijd met het bepaalde in artikel 5 en artikel 6 van de Regeling – niet is gewezen op zijn recht op een herhalingsonderzoek waardoor de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

 

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.


Deze uitspraak is op 9 februari 2024 gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven