Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1945/GB, 13 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1945/GB

Betreft: [klager] datum: 13 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.J.E. van Haarst, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klagers raadsman, mr. R.J.E. van Haarst, is op 30 september 2008 door een lid van de Raad gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de plaats van horen was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 februari 2008 gedetineerd. Hij verbleef (onder meer) in de beperkt beveiligde inrichting (hierna: b.b.i.) van de locatie Bankenbosch te Veenhuizen. Op 23 juli 2008 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Veenhuizen, waar een regime
van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1 Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers v.i.-datum is aanstaande, te weten op 16 oktober 2008. Hij heeft tot heden nog geen enkele verlofmogelijkheid gehad. Klager is vanuit de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Bankenbos teruggeplaatst naar de gevangenis Veenhuizen omdat
in
zijn woning, voor zover de raadsman weet, op de zolder en de slaapkamer een hennepplantage is aangetroffen. Anders dan in het selectieadvies is aangegeven, is klager nog steeds huurder van de woning. Het huurcontract is nog niet ontbonden. Klagers
raadsman heeft tot 8 oktober 2008 de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen bij de kantonrechter. Voor zover de raadsman bekend is, is klager sinds de aanvang van zijn detentie nooit meer in zijn woning geweest. Hij heeft toen een sleutel van
de
woning aan een vriend van hem gegeven om voor de post te zorgen. De woning is niet door klager onderverhuurd. Klager erkent dat hij in beginsel verantwoordelijk is voor hetgeen in de door hem gehuurde woning gebeurt. Nu hij die woning gedurende langere
tijd niet heeft kunnen betreden, kan hij er niet aansprakelijk voor worden gehouden dat daar een hennepplantage is aangetroffen. Klager heeft momenteel nog geen nieuw adres gezocht omdat hij er vanuit gaat dat hij na zijn detentie terug kan keren in de
huidige woning. Klager heeft niets met die hennepplantage van doen gehad. Klagers raadsman heeft nog geen datum gekregen voor de zitting met betrekking tot die hennepplantage. Over die zaak is verder nog niets bekend. Voor zover de raadsman bekend is,
is klager in de locatie Bankenbosch gehoord door de politie. Anders dan in het selectieadvies staat vermeld, gaat klager niet akkoord met dat advies. Klagers raadsman persisteert voor het overige bij hetgeen staat vermeld in het beroepschrift.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van een door de selectiefunctionaris ontvangen selectievoorstel van de directeur van de b.b.i. van de locatie Bankenbosch heeft de selectiefunctionaris besloten klager over te plaatsen naar de gevangenis Veenhuizen. Reden voor dat
voorstel was dat in klagers huurwoning in juli 2008 door de politie 152 hennepplanten waren aangetroffen en dat er met de meterkast was geknoeid, waarbij illegaal elektriciteit werd afgetapt. Het elektriciteitsbedrijf heeft terzake aangifte gedaan en
daarnaast zal klager worden vervolgd wegens hennepteelt. De woningbouwvereniging heeft inmiddels een verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst ingediend bij de kantonrechter. Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels laten weten zich te verzetten
tegen eventuele verlofverlening aan klager, zulks in verband met het aantreffen van eerdergenoemde hennepplantage in klagers woning. De selectiefunctionaris heeft nog aangegeven dat op een later tijdstip, indien mocht blijken dat de nieuwe strafzaak
tegen klager zou worden geseponeerd, opnieuw zal worden beoordeeld of klager in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i-regime.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Voldoende is vast komen te staan dat in klagers (huur)woning een hennepplantage is aangetroffen en dat klager terzake daarvan strafrechtelijk wordt vervolgd. Een van de eisen voor plaatsing in een b.b.i. is dat de betreffende gedetineerde een
strafrestant mag hebben van maximaal achttien maanden. Nu er in klagers geval nog sprake is van een openstaande strafzaak, is het strafrestant vooralsnog niet bepaalbaar. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De vraag of klager al dan niet de beschikking heeft over een aanvaardbaar verlofadres – nu
de huurovereenkomst kennelijk nog niet is ontbonden –, kan gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, buiten beschouwing worden gelaten.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 oktober 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven