Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36124/GA, 29 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/36124/GA

                           

Betreft  [klager]

Datum  29 april 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.         het niet reageren op een medische klacht (R-2022-103) en

b.         het niet leveren van mondwater (R-2022-221).

De beklagrechter bij de locatie Roermond heeft op 28 augustus 2023 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw, mr. F.L.C. Schoolderman, en de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager had een kaakontsteking waardoor hij op advies van de tandarts met mondwater moest spoelen in combinatie met antibiotica. Klager moest het mondwater na de eenmalige verstrekking door de medische dienst, zelf aanschaffen via de winkel van de inrichting. Klager heeft het mondwater herhaaldelijk besteld, maar dit is nooit geleverd, terwijl de winkel het product wel aanbiedt. Er is gewisseld van leverancier, waardoor het zeker vier maanden heeft geduurd voordat de inrichting overging op de producten van de nieuwe leverancier. In die maanden is als noodoplossing inkopen gedaan bij de Jumbo. Via deze weg had ook mondwater verstrekt kunnen worden. De medische dienst verstrekt mondwater alleen op advies van de tandarts. De tandarts had aangegeven klager niet meer op te roepen omdat het een probleem betrof met betrekking tot zijn implantaten. Klager heeft zelfs verzocht om het mondwater via zijn familiebezoek in te mogen voeren maar dat werd afgewezen. Nu de directeur het mondwater, dat voor de mondverzorging van klager noodzakelijk was, op meerdere manieren had kunnen leveren, maakt dat er geen sprake was van overmacht en dat de directeur zijn zorgplicht heeft geschonden. Daarnaast is ten onrechte de conclusie getrokken dat de medische klacht zou zijn opgelost.

Standpunt van de directeur

De directeur persisteert bij het gevoerde verweer in de beklagprocedure.

3. De beoordeling

Beklag a.

Op basis van de stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter beklag a terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet in dit geval geen aanleiding om de overwegingen van de beklagrechter aan te vullen of te wijzigen.

Beklag b

Ontvankelijkheid in beklag

Klagers klacht ziet erop dat de winkel al (drie) maanden geen mondwater heeft geleverd, terwijl hij dit op medisch advies gebruikte in verband met een kaakontsteking. Klager stelt dat hij daardoor een implantaat is verloren.

Het niet leveren van boodschappen aan een gedetineerde kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

Klager heeft – onweersproken - gesteld dat het mondwater drie maanden niet geleverd is, terwijl hij dit op medisch advies gebruikte. In deze door klager gestelde omstandigheden zou sprake kunnen zijn van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur. Daarom heeft klager voldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn klacht.

Inhoudelijk

De directeur heeft in zijn verweerschrift in beklag aangegeven dat bepaalde verzorgingsproducten een tijdje niet leverbaar waren. De directeur heeft hier meerdere keren aandacht voor gevraagd. Het mondwater was zowel bij de eigen leverancier als bij andere leveranciers niet verkrijgbaar. Er is geprobeerd zo snel mogelijk het mondwater weer op voorraad te krijgen, maar het is niet gelukt dit op korte termijn op te lossen. Er was volgens de directeur sprake van overmacht. Mondwater wordt niet via de medische dienst aangeboden.

Klager heeft geen (schriftelijke) onderbouwing gegeven voor zijn stelling dat hij het mondwater op medische gronden moet gebruiken, zoals een advies van de medische dienst of tandarts.  

Voor de vraag of de directeur er voldoende aan heeft gedaan om het door klager gewenste mondwater te verkrijgen is van belang dat de directeur is geconfronteerd met een tijdelijke onmogelijkheid om te leveren. De omstandigheden waren niet zodanig dat van de directeur gevergd kon worden dat hij het mondwater bij de gewone supermarkt zou moeten aanschaffen De beroepscommissie is daarom van oordeel dat in dit geval niet aannemelijk gewordende directeur jegens klager structureel en in belangrijke mate tekort is geschoten.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep in beklag b ongegrond verklaren, met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a en b ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, met betrekking tot b. met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 29 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven