Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34572/GA, 6 februari 2024, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/34572/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    6 februari 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van twaalf dagen opsluiting in een strafcel, vanwege een vechtpartij met een medegedetineerde en het aantreffen van een usb-kabel, ingaande op 19 mei 2023 en in het bijzonder de weigering om de tenuitvoerlegging van deze disciplinaire straf in klagers eigen cel te laten plaatsvinden.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 19 juni 2023 het beklag ongegrond verklaard (G-2023-422). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers voormalige raadsvrouw, mr. A.D. Renshof, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, mr. V.S.J. Chorus, waarnemer van klagers huidige raadsman mr. E.S.G. Roethof, en […], juridisch medewerker bij de PI Sittard, gehoord op de zitting van 15 december 2023 in de PI Vught.
De beroepscommissie had vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Mr. V.S.J. Chorus heeft aangegeven dat klager geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid. Klager heeft dit zelf ook schriftelijk laten weten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De schriftelijke mededeling van de aan klager opgelegde disciplinaire straf is te laat aan hem is uitgereikt. Primair dient daarom het beroep gegrond te worden verklaard.
 
Klager is gediagnosticeerd met het prikkelbare darm syndroom en heeft naar aanleiding hiervan het advies gekregen om vezelrijke voeding te eten. Dit dieet kan hij echter niet volgen als hij in de strafcel verblijft, omdat hij daar niet de mogelijkheid heeft om zelf eten te bestellen en te bereiden. In de strafcel krijgt hij daarom het door de inrichting verstrekte voedsel, maar dit bevat niet voldoende vezels. De disciplinaire straf had om die reden in klagers eigen cel ten uitvoer moeten worden gelegd, omdat dit medisch noodzakelijk was. Dit blijkt uit de brief van de inrichtingsarts die de directeur in overweging geeft om klager de disciplinaire straf in de eigen cel te laten ondergaan, omdat klager zijn dieet niet kan volgen in de strafcel. Mocht de beroepscommissie hieraan twijfelen, dan verzoekt klager om nadere inlichtingen bij de inrichtingsarts op te vragen. De directeur heeft onvoldoende rekening gehouden met het advies van de inrichtingsarts.

De beslissing van de directeur is in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat niet aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsvereiste is voldaan. Een redelijke afweging van belangen had moeten leiden tot de conclusie dat de disciplinaire straf in klagers eigen cel had moeten plaatsvinden. Klager is het voor hem noodzakelijke dieet onthouden. Dit is een mensonwaardige behandeling, als bedoeld in artikel 10 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Verder zijn de door de directeur aangedragen alternatieven niet voldoende. Ander eten dan het door klager gevolgde dieet is niet passend. Het gaat voor hem om een belangrijke kwestie, dus het is logisch dat klager wantrouwend is ten aanzien van de hem aangeboden medicatie. Daarbij is evenmin bekend wie de medicatie aan klager heeft aangeboden (de medische dienst of een penitentiair inrichtingswerker). 

Verder herhaalt klager zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, dat zijn raadsvrouw het een en ander heeft aangevoerd over de gang van zaken rondom de schorsingsprocedure. Dit heeft de beklagcommissie ten onrechte niet betrokken in haar beoordeling. Klager verzoekt om hem mondeling te horen.

Standpunt van de directeur
Van een door een arts voorgeschreven dieet is geen sprake. Klager is gehecht aan de voeding die hij normaal gesproken heeft als hij zelf kookt op de afdeling. Dergelijk eten is niet mogelijk als hij in een strafcel verblijft. De door de inrichting verstrekte voeding voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het briefje van de inrichtingsarts is geen advies aan de directeur. De directeur is alleen in overweging gegeven om de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf in de eigen van cel van klager te laten plaatsvinden. 

Omdat klager de aan hem geboden medicatie weigerde, is een overplaatsing naar de eigen cel van klager overwogen. Hiervoor is niet gekozen. Klager is in de strafcel extra voeding en fruit aangeboden, om ervoor te zorgen dat hij de voeding binnenkrijgt die nodig is. Daarnaast is hij dagelijks gezien door de medische dienst.

Aan klager werd een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel opgelegd, omdat hij een medegedetineerde heeft aangevallen. Er was dus sprake van een ernstig incident op de afdeling, waarbij ook personeel was betrokken. Het is gebruikelijk om dan te kiezen voor tenuitvoerlegging in de strafcel, omdat de gedetineerden dan ‘van de afdeling zijn’. Ook had klager om onbekende redenen een usb-kabel bij zich. Na afloop van de disciplinaire straf is hij naar een andere afdeling overgeplaatst.

 

3. De beoordeling
Voor zover klager klaagt over de manier waarop de schorsingsprocedure is verlopen, laat de beroepscommissie dit buiten beschouwing, omdat alleen het door klager ingediende beroep en onderliggende beklag aan de orde zijn.

Klager heeft verzocht om nadere inlichtingen op te vragen bij de inrichtingsarts. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat zij zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen. 

Onverwijlde uitreiking schriftelijke mededeling
Op grond van artikel 58, eerste lid, in samenhang met artikel 57, eerste lid en onder k, van de Penitentiaire beginselenwet geeft de directeur de gedetineerde (aan wie de straf wordt opgelegd) onverwijld een schriftelijke mededeling van de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf. De beroepscommissie overweegt dat ‘onverwijld’ in beginsel ‘binnen 24 uur’ betekent, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.

De aan klager opgelegde disciplinaire straf is ingegaan op 19 mei 2023 om 10:30 uur. De schriftelijke mededeling van deze disciplinaire straf is aan klager uitgereikt op 20 mei 2023 om 12:40 uur. Dat betekent dat de schriftelijke mededeling niet onverwijld is uitgereikt. De beroepscommissie is daarbij van oordeel dat de door de directeur aangevoerde omstandigheden geen bijzondere omstandigheden betreffen die een uitzondering op het genoemde uitgangspunt kunnen rechtvaardigen. 

Reeds vanwege dit vormverzuim zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. 

Tegemoetkoming 
Klager heeft geen nadeel heeft ondervonden van het feit dat de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf niet onverwijld aan hem is uitgereikt. Daarnaast acht de beroepscommissie de oplegging van de disciplinaire straf inhoudelijk niet onredelijk of onbillijk. 

Verder heeft de directeur naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid kunnen beslissen om de disciplinaire straf in een strafcel te laten plaatsvinden. In dit geval is hieraan een zorgvuldige afweging van de directeur voorafgegaan, juist naar aanleiding van de darmproblemen die klager heeft. De directeur stelt onweersproken dat geen sprake is van een dieet dat een arts heeft voorgeschreven. De inrichtingsarts heeft desgevraagd aan de directeur laten weten dat de door de inrichting verstrekte (Vitam-)maaltijden voldoen aan de eisen van vezelrijke voeding. Daarnaast is klager tijdens het verblijf in de strafcel (vrijwel) dagelijks door de inrichtingsarts of de medische dienst gezien. Ook kreeg hij vezelrijk brood en extra fruit aangeboden, evenals medicatie voor zijn darmklachten. Van een mensonterende behandeling, zoals klager stelt, is geen sprake.

De beroepscommissie ziet om de voorgaande redenen geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag (vanwege een vormverzuim) alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.


Deze uitspraak is op 6 februari 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. F. Sieders, voorzitter, mr. dr. A. Pahladsingh en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven