Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/38172/SGA, 10 januari 2024, schorsing
Uitspraakdatum:10-01-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/38172/SGA
    
            
Betreft    verzoeker
Datum    10 januari 2024


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
Verzoeker vraagt om schorsing van de op 29 september 2023 aan hem opgelegde maatregelen vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM).

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de Penitentiaire Inrichting Arnhem (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek, van het klaagschrift (A-2023-172) en van de beroepschriften van verzoeker (23/38229/GA) en de directeur (23/38160/GA).

 

2. De beoordeling
Verzoeker vraagt om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur die in een eerdere schorsingsprocedure al aan de orde is geweest (RSJ 5 oktober 2023, 23/36499/SGA). Het verzoek is toen afgewezen. Een nieuw schorsingsverzoek kan alleen worden behandeld, als er nieuwe feiten of omstandigheden worden aangevoerd die tot schorsing zouden moeten leiden. Verzoeker voert daartoe aan dat sprake is van nieuwe omstandigheden, nu het klaagschrift tegen de opgelegde (en identieke) GVM-maatregelen die golden tot 29 september 2023 op 19 december 2023 deels gegrond is verklaard door de beklagcommissie (kenmerk A-2023-172). Gelet op het voorgaande kan verzoeker worden ontvangen in zijn verzoek. 

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan deze nieuwe omstandigheid echter niet leiden tot een ander oordeel dan de hierboven genoemde uitspraak van 5 oktober 2023, nu de uitspraak van de beklagcommissie nog niet onherroepelijk is. Door zowel verzoeker als de directeur is beroep ingesteld tegen de uitspraak van de beklagcommissie (kenmerken 23/38229/GA en 23/38160/GA). Bij deze stand van zaken kan niet worden geoordeeld dat de beslissing tot oplegging van de GVM-maatregelen zodanig onredelijk en onbillijk is dat de tenuitvoerlegging daarvan nu geschorst zou moeten worden. De voorzitter zal het verzoek daarom afwijzen.

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.


Deze uitspraak is op 10 januari 2024 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven