Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27663/GA, 4 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:04-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/27663/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    4 maart 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij op 25 januari 2022 slechts drie kwartier heeft mogen luchten.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 3 mei 2022 het beklag ongegrond verklaard (VU 2022/133). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager is niet in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verweerschrift van de directeur. In dit verweerschrift staat dat is aangegeven dat klager na het douchen direct kon gaan luchten. Hij kreeg na het douchen niet eerst de tijd om zich aan te kleden, deze tijd werd van zijn luchtmoment afgehaald. Daarnaast is helemaal geen sprake van een strakke planning voor het activiteitenschema, aangezien er nooit een vast tijdstip is verbonden aan een bepaalde activiteit. Daarbij komt dat alleen klager op de isoleerafdeling moet luchten waardoor hij op elk moment van de dag had kunnen luchten. Verder staan in de beoordeling van de beklagrechter onjuistheden.

Standpunt van de directeur
Voor wat betreft het niet op tijd klaar kunnen staan om te luchten verwijst de directeur naar wat in beklag is aangevoerd. De beklagrechter kan op grond van artikel 64, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) besluiten om het klaagschrift van klager schriftelijk te behandelen. Bovendien heeft klager de mogelijkheid gekregen om schriftelijk te reageren, maar heeft hij ervoor gekozen om hier geen gebruik van te maken. Daarnaast verblijft klager op de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) en is hij onder een individueel regime geplaatst. Er zijn meerdere gedetineerden die onder een individueel regime op de BPG zitten en geen gemeenschappelijke activiteiten hebben, wat een zware personele bezetting en een strakke planning vereist. Klager stond zelf niet op tijd klaar voor zijn luchtmoment. Hierbij is van belang dat klager vaker zijn luchtmoment aansluitend aan het douchen heeft gehad, wat nooit eerder een probleem voor klager bleek. Verder kan de directeur de beoordeling van de beklagrechter niet helemaal volgen nu de omstandigheden met betrekking tot het roken hem onbekend zijn en niet door hem naar voren zijn gebracht.

 

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid van klager in het beklag
Klager stelt op 25 januari 2022 niet conform artikel 49, derde lid, van de Pbw een uur te hebben mogen luchten. Deze omstandigheid kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur zoals bedoeld in artikel 60 van de Pbw indien sprake is van een beklag met voldoende belang voor klager. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens klager jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het beklag richt zich in dit geval weliswaar niet tegen een structurele tekortkoming van de directeur, maar het gaat – nu de zorgplicht van de directeur ten aanzien van de duur van het luchten concreet in de Pbw is vastgelegd – wel om een belangrijke (vermeende) tekortkoming, waartegen naar het oordeel van de beroepscommissie moet kunnen worden geklaagd. Klager is dan ook terecht in zijn beklag ontvangen.  

Inhoudelijke beoordeling
Voor zover door klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

Op grond van artikel 49, derde lid, van de Pbw dient de directeur ervoor zorg te dragen dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven.

Op grond van de stukken is naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat klager op 25 januari 2022 door de directeur in de gelegenheid is gesteld een uur te luchten. De omstandigheid dat hij maar drie kwartier heeft gelucht in plaats van het volledige uur is het gevolg van het bij aanvang van het luchtmoment niet op tijd klaarstaan van klager. Dit kan de directeur niet worden tegengeworpen. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat geen sprake is van een belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.

 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.


Deze uitspraak is op 4 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, mr. dr. R.S.T. Gaarthuis en L.C.P. Goossens, leden, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven