Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37978/SGA, 21 december 2023, schorsing
Uitspraakdatum:21-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/37978/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    21 december 2023


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De voorzitter begrijpt dat verzoekers raadsman, mr. T.S. van der Horst, namens verzoeker om schorsing vraagt van de (verdere) tenuitvoerlegging van verzoekers insluiting in zijn cel tijdens de voor de arbeid bestemde uren.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek, van het klaagschrift en van de nadere toelichting van verzoekers raadsman van 19 december 2023. 

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker is aangevoerd dat hij structureel wordt ingesloten tijdens een fors deel van de voor de arbeid bestemde tijd. Verzoeker heeft een levenslange gevangenisstraf en mag op last van de directeur niet aan de gezamenlijke arbeid deelnemen (terwijl hem ook geen celarbeid of vervangende activiteit wordt aangeboden). Verzoeker is herhaaldelijk medegedeeld dat de PI Nieuwegein geen celarbeid kan aanbieden. Ook is sprake van schending van hogere wet- en regelgeving, aangezien het aangeboden dagprogramma door de bestreden beslissing ver onder het minimumaantal uren zoals vastgelegd in artikel 3 van de Penitentiaire maatregel komt. 

De directeur heeft aangevoerd dat verzoeker per 19 december 2023 celarbeid aangeboden zou krijgen, maar dat dit wegens een calamiteit niet is gelukt en alsnog zo spoedig mogelijk zal worden opgestart. 

De voorzitter maakt uit de stukken op dat verzoeker aan de arbeid wenst deel te nemen, maar dat het binnen de inrichting niet mogelijk was hem dit aan te bieden (zowel gemeenschappelijke arbeid als celarbeid). Zonder nadere toelichting van de directeur is – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – voldoende aannemelijk geworden dat verzoeker ten onrechte wordt ingesloten tijdens het arbeidsblok in de periode dat hem geen (cel)arbeid wordt aangeboden. Ten tijde van de reactie van de directeur op 19 december 2023 was dit nog steeds het geval. Daarnaast volgt uit de nadere toelichting van verzoekers raadsman van diezelfde datum dat verzoeker niet is medegedeeld dat hij celarbeid kan gaan verrichten. Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – zodanig onredelijk en onbillijk dat het verzoek zal worden toegewezen. 

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.


Deze uitspraak is op 21 december 2023 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven